JOL 2006, 228:Geslachtsnaam kind na erkenning/gerechtelijke vaststelling vaderschap. Art. 1:5 lid 2 BW in strijd met art. 7 IKVR en/of art. 8 en 14 EVRM? Art. 1:5 lid 2 BW, dat bepaalt dat indien een kind door erkenning in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, het de geslachtsnaam van de moeder behoudt, tenzij de moeder en de erkenner ter gelegenheid van de erkenning gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben, is niet in strijd met art. 7 lid 1 IVKR, aangezien dit artikel, daargelaten of het rechtstreekse werking heeft, niet meer verlangt dan dat een kind vanaf de geboorte het recht op een naam heeft. Het door de wetgever gekozen stelsel van art. 1:5 lid 2 BW is evenmin in strijd met art. 8 en 14 EVRM; het valt binnen de grenzen van de beoordelingsvrijheid die het EVRM de nationale wetgever op het onderhavige rechtsgebied laat.