JOL 2006, 227:Alimentatie: wijziging met terugwerkende kracht; verplichting tot terugbetaling?; motiveringseisen. Ingeval een onderhoudsbijdrage is gewijzigd over een periode in het verleden, zal de rechter moeten beoordelen in hoeverre in redelijkheid van de onderhoudsgerechtigde terugbetaling kan worden verlangd van hetgeen in overeenstemming met de behoefte aan levensonderhoud reeds is uitgegeven. Een dergelijke beslissing vraagt in het bijzonder om een toereikende motivering indien verweer is gevoerd dat erop neerkomt dat een aanzienlijk bedrag moet worden terugbetaald en de onderhoudsgerechtigde daartoe niet in staat is.

JOL 2006, 227

Alimentatie: wijziging met terugwerkende kracht; verplichting tot terugbetaling?; motiveringseisen. Ingeval een onderhoudsbijdrage is gewijzigd over een periode in het verleden, zal de rechter moeten beoordelen in hoeverre in redelijkheid van de onderhoudsgerechtigde terugbetaling kan worden verlangd van hetgeen in overeenstemming met de behoefte aan levensonderhoud reeds is uitgegeven. Een dergelijke beslissing vraagt in het bijzonder om een toereikende motivering indien verweer is gevoerd dat erop neerkomt dat een aanzienlijk bedrag moet worden terugbetaald en de onderhoudsgerechtigde daartoe niet in staat is.

Documentgegevens:

HR 14-04-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU8971

Instantie: Hoge Raad
Datum: 14 april 2006
Magistraten: Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
Zaaknummer: R04/055HR
Conclusie: A-G de Vries Lentsch-Kostense
LJN: AU8971
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2006:AU8971, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU8971, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2006

Essentie

Alimentatie: wijziging met terugwerkende kracht; verplichting tot terugbetaling?; motiveringseisen.

Ingeval een onderhoudsbijdrage is gewijzigd over een periode in het verleden, zal de rechter moeten beoordelen in hoeverre in redelijkheid van de onderhoudsgerechtigde terugbetaling kan worden verlangd van hetgeen in overeenstemming met de behoefte aan levensonderhoud reeds is uitgegeven. Een dergelijke beslissing vraagt in het bijzonder om een toereikende motivering indien verweer is gevoerd dat erop neerkomt dat een aanzienlijk bedrag moet worden terugbetaald en de onderhoudsgerechtigde daartoe niet in staat is.

Partij(en)

[De vrouw], wonende te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv. mr. P. Garretsen,

tegen

[De man], wonende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.