JAR 2006, 101
Asbest. Aansprakelijkheid werkgever op voet art. 7:658 BW. Aansprakelijkheid voor onbekende gevaren; maatstaf.
HR 31-03-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU6093 (Eternit)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 maart 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, R. Herrmann, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C04/304HR
- Conclusie
A-G Spier
- Roepnaam
Eternit
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU6093, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑03‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU6093, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2006
Essentie
Asbest. Aansprakelijkheid werkgever op voet art. 7:658 BW. Aansprakelijkheid voor onbekende gevaren; maatstaf.
Terecht heeft het hof — de aansprakelijkheid van de werkgever beoordelend aan de hand van art. 7:658 BW — overwogen dat als vaststaat dat de werkgever niet al die veiligheidsmaatregelen heeft getroffen welke waren vereist met het oog op de aan het werken met asbest verbonden gevaren die hem bekend waren of behoorden te zijn (asbestose), en dat nalaten de kans op het zich verwezenlijken van destijds nog onbekende gevaren (longkanker zonder voorafgaande asbestose) aanzienlijk heeft verhoogd, de werkgever ook voor de gevolgen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.