Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 30
Cassatieberoep tegen vonnis kantonrechter. Geldlening. Onbegrijpelijke uitleg stellingen partijen.
HR 23-12-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU4615
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 2005
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/044HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AU4615
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU4615, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU4615, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2005
Essentie
Cassatieberoep tegen vonnis kantonrechter. Geldlening. Onbegrijpelijke uitleg stellingen partijen.
Slagende motiveringsklachten tegen het oordeel van de kantonrechter dat thans verweerster in cassatie de door thans eiser tot cassatie gestelde geldlening heeft betwist en dat niet is komen vast te staan dat bedragen door eiser ter geldlening aan verweerster zijn verstrekt.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. M. Ynzonides,
tegen
[Verweerster], voorheen te [woonplaats], thans zonder bekende woon- of verblijfplaats, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instantie
Eiser tot cassatie — verder te noemen: [eiser] — heeft bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.