JOL 2005, 694
Faillissement. Gehoudenheid curator tot cessie tegen symbolisch bedrag aan werknemer van vordering failliete werkgever op aansprakelijkheidsverzekeraar i.v.m. bedrijfsongeval? Anticipatie op art. 7.17.2.9c BW? Taak curator ex art. 68 F.
HR 02-12-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3264
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 2005
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
R05/017HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AU3264
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU3264, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU3264, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑12‑2005
Essentie
Faillissement. Gehoudenheid curator tot cessie tegen symbolisch bedrag aan werknemer van vordering failliete werkgever op aansprakelijkheidsverzekeraar i.v.m. bedrijfsongeval? Anticipatie op art. 7.17.2.9c BW? Taak curator ex art. 68F.
Het betoog van thans verzoeker tot cassatie dat de rechtbank, vooruitlopend op de nieuwe wettelijke regeling, de curator op grond van de ratio van art. 7.17.2.9c BW (welk artikel aan de benadeelde met personenschade een directe vordering toekent tegen de verzekeraar) had moeten opdragen de tot de failliete boedel behorende vordering op de aansprakelijkheidsverzekeraar van de gefailleerde werkgever i.v.m. de aanspraak van verzoeker als werknemer op vergoeding van letselschade ten gevolge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.