RvdW 2005, 54
Verstekverlening. EG-Betekeningsverordening; ‘burgerlijke en handelszaken’ in de zin van art. 1 lid 1; primair op bijzondere aansprakelijkheidsbepalingen Iw 1990 en subsidiair op onrechtmatige daad gebaseerde rechtsvordering ontvanger.
HR 08-04-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR7930
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 april 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C04/245HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AR7930
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR7930, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑04‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR7930, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2005
- Wetingang
EG-Betekeningsverordening art. 1; BW art. 6:162; Iw 1990 art. 36
Essentie
Verstekverlening. EG-Betekeningsverordening; ‘burgerlijke en handelszaken’ in de zin van art. 1 lid 1; primair op bijzondere aansprakelijkheidsbepalingen Iw 1990 en subsidiair op onrechtmatige daad gebaseerde rechtsvordering Ontvanger.
Nu de bij de inleidende dagvaarding door de Ontvanger tegen thans verweerder in cassatie (die geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, doch wel een bekende woonplaats in het Verenigd Koninkrijk heeft) ingestelde rechtsvordering primair is gebaseerd op de specifieke aansprakelijkheidsbepalingen van de eerste afdeling van hoofdstuk Ⅵ van de Invorderingswet 1990 en subsidiair op onrechtmatige daad als bedoeld in art. 6:162 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.