De rechtbank heeft de feiten, vermeld onder 1.1, in haar vonnis van 24 juni 1999 onder II vastgesteld. Hiertegen zijn geen grieven gericht.
HR, 04-03-2005, nr. C04/028HR
ECLI:NL:HR:2005:AR7345
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
04-03-2005
- Zaaknummer
C04/028HR
- Conclusie
mr. Keus
- LJN
AR7345
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2005:AR7345, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2005
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2005:AR7345
ECLI:NL:HR:2005:AR7345, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑03‑2005; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2005:AR7345
- Wetingang
- Vindplaatsen
Conclusie 04‑03‑2005
mr. Keus
Partij(en)
C04/028HR
mr. Keus
Zitting 10 december 2004
Conclusie inzake:
[eiser]
eiser tot cassatie
tegen
de naamloze vennootschap Forum Schade Verzekering Maatschappij N.V.
(hierna: Forum)
verweerster in cassatie
Het gaat in deze zaak om de vraag of de aanrijdingsschade aan de auto van [eiser] door de zoon van [eiser] is vergroot en of Forum als verzekeraar van de wederpartij op die grond iedere schadevergoeding aan [eiser] heeft mogen weigeren.
1. Feiten1. en procesverloop
1.1
De zoon van [eiser] heeft als bestuurder van de aan [eiser] in eigendom toebehorende auto van het merk Volkswagen type Golf VR6 met kenteken [AA-AA-00] een aanrijding gehad met [betrokkene 1], bestuurder van een Fiat Spider met kenteken [BB-BB-00]. Deze aanrijding vond plaats in Heerlen op 18 juli 1997 doordat [betrokkene 1] met zijn auto achterop de auto van [eiser] is gereden, die stilstond op de Ganzeweide, voor het kruisingsvlak van de T-splitsing met de Willem Barentszweg. De Willem Barentszweg is een voorrangsweg.
1.2
[Eiser] heeft bij dagvaarding van 20 november 1998 jegens Forum betaling gevorderd van ƒ 23.562,94 met wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. Hij heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat Forum als verzekeraar van [betrokkene 1] ingevolge de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) op grond van art. 6 lid 1 WAM voor de door [betrokkene 1] veroorzaakte schade aansprakelijk is. Forum heeft als verweer gevoerd dat [eiser] en [betrokkene 1] de aanrijding in scène hebben gezet of dat zij de schade na de aanrijding hebben vergroot en dat [eiser] dientengevolge geen recht op vergoeding van de schade heeft.
1.3
De rechtbank Maastricht heeft Forum bij tussenvonnis van 24 juni 1999 toegelaten tot het bewijs van feiten en omstandigheden, waaruit blijkt dat de zoon van [eiser] tezamen met [betrokkene 1] de aanrijding in scène heeft gezet, dan wel dat hij na de aanrijding de schade aan de auto van [eiser] aanzienlijk heeft vergroot.
1.4
Nadat verschillende getuigen waren gehoord, heeft de rechtbank bij vonnis van 8 maart 2001 geoordeeld dat Forum niet is geslaagd in het bewijs van feiten en omstandigheden, waaruit blijkt dat [eiser] junior tezamen met [betrokkene 1] de aanrijding in scène heeft gezet (rov. 2.2). Voorts heeft de rechtbank geoordeeld dat Forum evenmin is geslaagd in het bewijs van feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat de schade aan de auto na de aanrijding aanzienlijk is vergroot (rov. 2.3). De rechtbank heeft daarop de vordering grotendeels toegewezen.
1.5
Forum heeft van beide vonnissen bij het hof 's-Hertogenbosch geappelleerd. Het hof heeft op vordering van Forum bij arrest van 30 mei 2002 de zaak tussen Forum en [eiser] gevoegd met een eveneens bij het hof aanhangige zaak tussen Forum en [betrokkene 1]. Deze voeging is in cassatie overigens niet van belang. Forum heeft één grief aangevoerd tegen het tussen haar en [eiser] gewezen eindvonnis. Deze grief richt zich tegen het oordeel van de rechtbank dat Forum niet in het haar opgedragen bewijs is geslaagd.
1.6
Bij arrest van 16 september 2003 heeft het hof geoordeeld dat Forum wèl in het haar opgedragen bewijs is geslaagd (rov. 7.8). Het hof heeft Forum niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep tegen het tussenvonnis van 24 juni 1999, het tussen partijen gewezen eindvonnis van 8 maart 2001 vernietigd en de vordering van [eiser] afgewezen.
1.7
Van dit arrest heeft [eiser] tijdig2. beroep in cassatie ingesteld. Forum heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. Beide partijen hebben hun standpunt schriftelijk toegelicht. [Eiser] heeft nog gerepliceerd.
2. Bespreking van het cassatiemiddel
2.1
Het eerste onderdeel van het cassatiemiddel richt zich tegen de rov. 7.9 en 7.10 van het bestreden arrest, waarin het hof heeft overwogen:
"7.9
De rechtbank heeft in haar tussenvonnis van 24 juni 1999 overwogen dat zij met Forum van oordeel is dat, indien haar stelling juist is dat de zoon van [eiser] tezamen met [betrokkene 1] de aanrijding in scène heeft gezet c.q. de schade aan de auto na de aanrijding aanzienlijk heeft vergroot, Forum niet gehouden is de daardoor ontstane schade te vergoeden. Tegen dit oordeel van de rechtbank zijn geen grieven gericht, zodat dit in de zaak met rolnr. C01/00747 ook in hoger beroep als uitgangspunt heeft te gelden.
7.10
Voor zover [eiser] nog heeft aangevoerd dat deze overweging van de rechtbank impliceert dat Forum in elk geval de aanrijdingschade zelve moet vergoeden (dus voordat deze door toedoen van de zoon van [eiser] is vergroot) berust zijn betoog op een onjuiste lezing van het tussenvonnis van de rechtbank. Dit verweer wordt dan ook verworpen."
2.2
Het onderdeel klaagt dat het hof de devolutieve werking van het appel heeft miskend. Nu het hof de grief van Forum gegrond achtte, diende het binnen het door de grieven ontsloten gebied alle stellingen en weren die [eiser] in eerste aanleg of in appel had aangevoerd, te behandelen. Het hof mocht het oordeel van de rechtbank dan ook niet tot uitgangspunt nemen, aldus nog steeds het onderdeel.
2.3
Bij de beoordeling van het onderdeel stel ik voorop dat [eiser] in eerste aanleg niet heeft aangevoerd dat hij recht heeft op vergoeding van de oorspronkelijke aanrijdingsschade, ook wanneer de rechtbank zou oordelen dat zijn zoon en [betrokkene 1] die schade opzettelijk hebben vergroot. In appel is [eiser], afgezien van het incident, eerst bij memorie van antwoord aan het woord gekomen. Hij heeft daarin, op p. 2, het volgende gesteld:
"(...) Verder is ook geen grief ontwikkeld tegen het door de Rechtbank gestelde onder IV "beoordeling" sub 2 van genoemd vonnis de dato 24 juni 1999. De Rechtbank overweegt aldaar van oordeel te zijn, dat indien de stelling juist is dat de zoon van eiser tezamen met [betrokkene 1] de aanrijding in scène heeft gezet, c.q. de schade aan de auto na de aanrijding aanzienlijk heeft vergroot, gedaagde niet gehouden is de daardoor ontstane schade te vergoeden.
Een en ander betekent derhalve dat de Rechtbank het oog heeft gehad op schade veroorzaakt door het in scène zetten van een aanrijding die niet behoeft te worden vergoed dan wel de extra schade die komt boven de schade ten gevolge van de aanrijding omdat daarna de schade aanzienlijk zou zijn vergroot. Dit laatste laat onverlet dat in elk geval de aanrijdingschade zelve, voorzover de aanrijding niet in scène is gezet, naar het oordeel van de Rechtbank dient te worden vergoed. Waar Forum daartegen geen grief heeft ontwikkeld, staat dit tussen partijen rechtens vast."
2.4
Kennelijk strekt het eerste onderdeel ten betoge dat het hof de devolutieve werking van het appel heeft miskend door - na gegrondbevinding van (een van de) grieven van Forum - niet te beslissen op de stelling dat [eiser] in ieder geval recht heeft op vergoeding van de schade die hij door de aanrijding zelf heeft geleden. Ik meen dat het onderdeel niet tot cassatie kan leiden, omdat het hof (ook) in de hiervoor geciteerde passage kennelijk niet een dergelijke stelling heeft gelezen. Het hof heeft de geciteerde passage kennelijk aldus gelezen dat [eiser] zich daarin op niet méér heeft beroepen dan dat de rechtbank reeds zou hebben geoordeeld dat hij, ook in geval van een aanmerkelijke vergroting van de aanrijdingsschade door zijn zoon en [betrokkene 1], op vergoeding van de oorspronkelijke aanrijdingsschade recht heeft en dat zulks in appel als vaststaand zou hebben te gelden, nu Forum tegen het desbetreffende oordeel van de rechtbank geen grieven heeft gericht. Dit aldus opgevatte standpunt van [eiser] is in rov. 7.10 van het bestreden arrest gemotiveerd verworpen, kort gezegd omdat het op een onjuiste uitleg van het tussenvonnis van de rechtbank berust. De uitleg die het hof aan de memorie van antwoord van [eiser] heeft gegeven (en die aan het hof als feitenrechter was voorbehouden3.), is naar mijn mening niet onbegrijpelijk en wordt in cassatie ook niet ter discussie gesteld.
2.5
Het tweede onderdeel klaagt dat de uitleg die het hof in rov. 7.10 aan het tussenvonnis van de rechtbank heeft gegeven, rechtens onjuist en ook onbegrijpelijk is. [Eiser] voert aan dat de beslissing van de rechtbank in rov. IV.2, mede gelet op het bepaalde bij art. 6 WAM, geen andere uitleg toelaat dan dat Forum niet gehouden zou zijn de schade, voor zover toe te rekenen aan de vergroting van de aanrijdingsschade ("daardoor"), te vergoeden, hetgeen impliceert dat Forum onverkort tot vergoeding van de aanrijdingsschade zelf was gehouden. De andersluidende lezing van het hof is dan ook onbegrijpelijk, te meer nu het hof geen inzicht heeft gegeven in zijn gedachtegang en nu art. 6 WAM meebrengt dat eventuele vergroting van de schade achteraf niet afdoet aan de vergoedingsplicht met betrekking tot de aanrijdingsschade zelf.
2.6
De klacht dat het oordeel van de rechtbank geen andere uitleg toelaat dan de uitleg die [eiser] daaraan geeft, acht ik, mede gelet op het processuele debat, niet gegrond. In eerste aanleg heeft [eiser] in het geheel niet aangevoerd dat hij hoe dan ook op vergoeding van de eigenlijke aanrijdingsschade recht zou hebben. Forum heeft zich onder meer op het standpunt gesteld dat sprake is geweest van een frauduleuze vergroting van de schade, zodat haar vergoedingsplicht geheel is vervallen4.. De rechtbank heeft het verweer van Forum in haar tussenvonnis onder III als volgt samengevat:
"Gedaagde voert verweer hetwelk - samengevat en voorzover thans van belang - inhoudt dat de zoon van eiser en [betrokkene 1] verzekeringsfraude hebben gepleegd doordat zij de aanrijding in scene hebben gezet en dus opzettelijk hebben veroorzaakt, danwel dat zij de schade aan hun beide voertuigen na de aanrijding aanzienlijk hebben vergroot en dat eiser dientengevolge geen recht heeft op vergoeding van de schade."
Vervolgens heeft de rechtbank onder IV.2 geoordeeld:
"De rechtbank is met gedaagde van oordeel dat, indien haar stelling juist is dat de zoon van eiser tezamen met [betrokkene 1] de aanrijding in scene heeft gezet, c.q. de schade aan de auto na de aanrijding aanzienlijk heeft vergroot, gedaagde niet gehouden is de daardoor ontstane schade te vergoeden."
De rechtbank heeft zich in deze overweging expliciet aangesloten bij het standpunt van Forum ("met gedaagde van oordeel"), dat zij twee alinea's daarvóór aldus had samengevat dat [eiser] geen recht heeft op vergoeding van "de" schade. Uit het enkele woordje "daardoor" kan naar mijn mening niet dwingend worden afgeleid dat de rechtbank in afwijking van het door Forum ingenomen standpunt Forum ook in geval van een opzettelijke vergroting van de aanrijdingsschade door [betrokkene 1] en de zoon van [eiser] tot vergoeding van de eigenlijke aanrijdingsschade gehouden zou hebben geacht.
De uitleg van de in appel bestreden uitspraak is, evenals de uitleg van de processtukken van partijen, feitelijk van aard en kan in cassatie slechts op begrijpelijkheid worden getoetst5.. Ik acht de door het hof aan het tussenvonnis van de rechtbank gegeven uitleg niet onbegrijpelijk. Dat het hof de daarbij gevolgde gedachtegang niet met zoveel woorden heeft verantwoord, staat naar mijn mening niet aan de begrijpelijkheid van die uitleg in de weg. In het licht van de gedingstukken is immers voldoende duidelijk wat het hof heeft bedoeld. Daarbij moet mede in aanmerking worden genomen dat aan de uitleg die de appelrechter aan de bestreden uitspraak geeft, geen hoge motiveringseisen worden gesteld6..
2.7
Ten slotte klaagt het onderdeel dat de uitleg die het hof aan de bedoelde overweging van de rechtbank heeft gegeven, in het licht van het bepaalde bij art. 6 WAM onbegrijpelijk is. Kennelijk bedoelt het onderdeel daarmee dat art. 6 WAM ondubbelzinnig bepaalt dat de WAM-verzekeraar in ieder geval voor de aanrijdingsschade van vóór het bedrog aansprakelijk is, zodat de rechtbank met haar overweging slechts kan hebben bedoeld dat slechts de vergoedingsplicht van Forum voor de extra veroorzaakte schade vervalt.
Ik meen dat ook deze motiveringsklacht faalt. Anders dan [eiser] wil doen voorkomen, valt uit art. 6 WAM niet zonder meer af te leiden wat rechtens heeft te gelden als de benadeelde de WAM-verzekeraar partieel bedriegt. In zijn arrest van 3 december 2004 in zaak C03/216HR (LJN: AQ8089) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ook voor het thans geldende recht moet worden uitgegaan van het bepaalde in lid 5 van art. 7.17.1.14 van het inmiddels door de Tweede Kamer aanvaarde gewijzigde voorstel van wet tot vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (Eerste Kamer, vergaderjaar 2002-2003, 19 529, nr. 206, p. 6). Volgens deze bepaling leidt opzettelijke misleiding van de verzekeraar door de verzekeringnemer of de (krachtens de verzekering) tot uitkering gerechtigde tot algeheel verval van het recht op uitkering, behoudens voor zover de misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt. Weliswaar kan men zich de vraag stellen of in geval van een aan de (WAM-)benadeelde toe te rekenen partieel bedrog hetzelfde heeft te gelden7.. Dat in zodanig geval het partieel bedrog het recht op vergoeding van dat deel van de schade dat niet door de opzet van de (WAM-)benadeelde is ontstaan hoe dan ook onverlet laat, is naar mijn mening echter niet zó evident8., dat de door het hof aan het tussenvonnis gegeven uitleg (volgens welke de rechtbank een algeheel verval van het recht op uitkering heeft aangenomen), al om die reden onbegrijpelijk zou zijn.
2.8
Het derde onderdeel mist zelfstandige betekenis en kan evenmin als onderdeel 1 en/of onderdeel 2, waarop het voortbouwt, tot cassatie leiden.
2.9
Het vierde onderdeel richt zich tegen rov. 7.8.2, die luidt:
"Het hof volgt de rechtbank niet in haar (door Forum aangevallen overweging) dat er geen sprake kan zijn geweest van geringe schade, nu de verbalisanten een takelwagen hadden besteld. Uit de verklaring van [betrokkene 2] immers volgt dat ook bij relatief beperkte schade een takelwagen komt, als de auto niet meer kan rijden. Nu echter het gebrek dat het rijden verhinderde eenvoudig ter plaatse kon worden verholpen is alsnog van wegtakelen afgezien. Dit onderstreept veeleer dat de schade niet erg groot kan zijn geweest. Dit betekent dat evenmin opgaat de redenering, dat er slechts een gering verschil kan hebben bestaan met de schade zoals die uit de foto's blijkt."
Het onderdeel klaagt dat de conclusie van het hof dat de schade niet erg groot kan zijn geweest nu het gebrek dat het rijden verhinderde eenvoudig ter plaatse kon worden verholpen, niet valt af te leiden uit de verklaring van [betrokkene 2] waarop deze conclusie stoelt, of overigens uit de bewijsmiddelen, en dan ook onbegrijpelijk is.
2.10
Ik meen dat de klacht faalt. De waardering van bewijsmateriaal is voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt en kan in cassatie niet op juistheid worden getoetst9.. Dat de getuige [betrokkene 2] strikt genomen niet heeft verklaard over de omvang van de schade, neemt niet weg dat het hof uit hetgeen zij wel heeft verklaard conclusies over de omvang van de schade kon en mocht trekken. Deze conclusies zijn niet onbegrijpelijk. Daar komt nog bij dat het hof zich in de bestreden rechtsoverweging slechts heeft gedistantieerd van het oordeel van de rechtbank dat van geringe schade géén sprake kan zijn geweest. Volgens het hof sluit de verklaring van [betrokkene 2] niet uit dat daarvan wèl sprake was.
2.11
Het vijfde onderdeel richt zich tegen rov. 7.8.3, die luidt:
"Voorts geldt, dat er geen aanwijzingen voorhanden zijn dat de herinnering van de verbalisanten zou zijn beïnvloed, met name door suggesties van [betrokkene 3]. De verklaringen van de verbalisanten hebben trouwens ook geen betrekking op de vermoeden(s) van [betrokkene 3], doch hebben betrekking op eigen waarnemingen omtrent afwijkingen ten aanzien van de beschadigingen."
Het onderdeel klaagt dat dit oordeel onbegrijpelijk is in het licht van de volgende verklaring van de getuige [betrokkene 4]: "Het is overigens zo lang geleden dat ik die schade die wij aantroffen, niet meer kan omschrijven."
2.12
Ook deze klacht faalt. Nog daargelaten dat het onderdeel niet aangeeft waarom de verklaring van de getuige [betrokkene 4] aan de begrijpelijkheid van het bestreden oordeel zou afdoen, stelt het die begrijpelijkheid naar mijn mening ten onrechte ter discussie. Dat de getuige [betrokkene 4] ten tijde van het getuigenverhoor de schade niet meer kon omschrijven, heeft het hof blijkens rov. 7.8.1, laatste alinea, onderkend. Dat gegeven neemt echter niet weg dat zij zich kon herinneren dat zij, toen zij destijds de foto's zag, constateerde dat de schade ernstiger was dan direct na de aanrijding. Daarmee herinnerde zij zich (in de woorden van rov. 7.8.3) dus wel een "waarneming omtrent afwijkingen ten aanzien van de beschadigingen".
3. Conclusie
De conclusie strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden,
Advocaat-Generaal
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 04‑03‑2005
Het bestreden arrest is op 16 september 2003 gewezen. De cassatiedagvaarding is op 12 december 2003 uitgebracht.
Zie W.D.H. Asser, Civiele cassatie (2003), p. 49; Veegens/Korthals Altes/Groen, Cassatie in burgerlijke zaken (1989), nr. 105.
Conclusie van antwoord, onder 4.
Zie W.D.H Asser, a.w., p. 49; zie bijvoorbeeld ook HR 18 juni 1999, NJ 2000, 221, m.nt. HJS, rov. 3.10; HR 3 mei 2002, NJ 2002, 348, rov. 3.2.
Zie HR 3 mei 2002, NJ 2002, 348, rov. 3.2 ('Het kennelijke oordeel van het Hof dat evengenoemde vraag ontkennend moet worden beantwoord, is niet onbegrijpelijk en behoefde geen nadere motivering.') Zie ook de conclusie, nrs. 17-19, van A-G Huydecoper voor dit arrest. De A-G beoordeelt de begrijpelijkheid van de kennelijke uitleg die het hof aan de uitspraak van de rechtbank heeft gegeven aan de hand van het tot die uitspraak gevoerde partijdebat en hecht geen doorslaggevende betekenis aan het feit dat het hof zijn uitleg niet heeft gemotiveerd.
Forum heeft in haar schriftelijke toelichting onder 30 gesteld dat zij geen redelijk argument ziet waarom die rechtsgevolgen zouden verschillen, maar op dat standpunt valt wel af te dingen. Zo speelt in de relatie tussen verzekeraar en benadeelde het vertrouwensbeginsel een minder evidente rol dan in de relatie tussen verzekeraar en verzekerde; zie over het vertrouwensbeginsel en partieel verzekeringsbedrog J.H. Wansink, AV&S 2001, p. 67-72.
Vaste rechtspraak. Zie bijvoorbeeld HR 14 december 2001, NJ 2002, 105, m.nt. DWFV; HR 19 oktober 2001, NJ 2001, 654; HR 14 juli 2000, NJ 2001, 451, m.nt. ThMdB onder HR 14 april 2000, NJ 2001, 45
Uitspraak 04‑03‑2005
Inhoudsindicatie
4 maart 2005 Eerste Kamer Nr. C04/028HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, advocaat: mr. P.S. Kamminga, t e g e n FORUM SCHADE VERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V., gevestigd te Maastricht, VERWEERSTER in cassatie, advocaat: aanvankelijk mr. M.J. Schenck, thans mr. M. Ynzonides. 1. Het geding in feitelijke instanties...
Partij(en)
4 maart 2005
Eerste Kamer
Nr. C04/028HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser], wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P.S. Kamminga,
t e g e n
FORUM SCHADE VERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V., gevestigd te Maastricht,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. M.J. Schenck,
thans mr. M. Ynzonides.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - heeft bij exploot van 20 november 1998 verweerster in cassatie - verder te noemen: Forum - gedagvaard voor de rechtbank te Maastricht en gevorderd bij vonnis Forum te veroordelen om aan [eiser] te betalen een bedrag van ƒ 23.562,94, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 juli 1997, subsidiair vanaf 22 september 1998, en met ƒ 2.600,-- ter zake van kosten van buitengerechtelijke rechtshulp, te vermeerderen met de wettelijke rente, ingaande de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
Forum heeft de vordering bestreden.
Na op 15 juni 1999 ingevolge een beschikking van 8 april 1999 gehouden comparitie van partijen heeft de rechtbank bij tussenvonnis van 24 juni 1999 Forum tot bewijslevering toegelaten. Na getuigenverhoor heeft de rechtbank bij eindvonnis van 8 maart 2001 Forum veroordeeld om aan [eiser] te betalen een bedrag van ƒ 23.562,94, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 18 juli 1997 tot aan de dag der algehele voldoening en dat vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Tegen beide vonnissen heeft Forum hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 16 september 2003 heeft het hof Forum niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep tegen het tussenvonnis van 24 juni 1999, het beroepen eindvonnis van 8 maart 2001 vernietigd en, in zoverre opnieuw rechtdoende, de vordering van [eiser] afgewezen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten van de eerste aanleg en het hoger beroep.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Forum heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Forum begroot op € 399,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 4 maart 2005.