JOL 2005, 26
Verzoek tot echtscheiding; verweer op grond van geloofsovertuiging.
HR 21-01-2005, ECLI:NL:HR:2005:AR6211
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 januari 2005
- Magistraten
Mrs. H.A.M. Aaftink, als voorzitter, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
R04/096HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AR6211
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AR6211, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AR6211, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑01‑2005
Essentie
Verzoek tot echtscheiding; verweer op grond van geloofsovertuiging. Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen het oordeel van het hof dat, nu voldoende aannemelijk is geworden dat het huwelijk van partijen duurzaam is ontwricht, de geloofsovertuiging van de vrouw niet in de weg kan staan aan toewijzing van het verzoek van de man tot het uitspreken van de echtscheiding tussen partijen.
Partij(en)
[De vrouw], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv. mr. R.B. van Heijningen,
tegen
[De man], te [woonplaats], verweerder in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.