JOL 2004, 648
Aansprakelijkheid pseudo-gevolmachtigde ex art. 3:70 BW: vereisten.
HR 03-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR0275
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 december 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C03/205HR
- Conclusie
A-G J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
AR0275
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR0275, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR0275, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑12‑2004
Essentie
Aansprakelijkheid pseudo-gevolmachtigde ex art. 3:70 BW: vereisten. Voor het slagen van een vordering op grond van art. 3;70 BW moet mede komen vast te staan dat de pseudo-gevolmachtigde, optredend als gevolmachtigde, een overeenkomst van een bepaalde inhoud heeft totstandgebracht, die evenwel wegens het ontbreken van een toereikende volmacht de pseudo-volmachtgever niet bindt. Slagende cassatieklachten tegen 's hofs oordeel dat thans eiser tot cassatie zich tegenover thans verweerders in cassatie in de zin van art. 3:70 heeft gepresenteerd als gevolmachtigde van de pseudo-volmachtgever.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. P.J.L.J. Duijsens,
tegen
- 1.
[Verweerder 1],
- 2.
[Verweerster 2],
beiden te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.