JOL 2004, 78
Verzoek toepassing schuldsaneringsregeling; afwijzingsgrond van art. 288 lid 2 sub b F. (ontbreken van goede trouw bij ontstaan schulden).
HR 13-02-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1334
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 2004
- Magistraten
H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
R03/061HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AO1334
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO1334, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO1334, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑02‑2004
Essentie
Verzoek toepassing schuldsaneringsregeling; afwijzingsgrond van art. 288 lid 2 sub b F. (ontbreken van goede trouw bij ontstaan schulden).
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen 's hofs oordeel dat het verzoek van thans verzoeker tot cassatie tot het uitspreken van de schuldsaneringsregeling moet worden afgewezen omdat verzoeker t.a.v. het ontstaan van een deel van zijn schulden niet te goeder trouw is geweest, alsmede dat de door verzoeker aangevoerde omstandigheden (zoals o.m. zijn leeftijd en zijn minder goede gezondheid) onvoldoende grond vormen om hem toch tot de schuldsaneringsregeling toe te laten.
Partij(en)
[Verzoeker], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.