JOL 2003, 582
Faillissement; onrechtmatige daad: onttrekking gelden aan de boedel. Rogatoire commissie.
HR 14-11-2003, ECLI:NL:HR:2003:AM2311
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 november 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/172HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AM2311
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AM2311, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AM2311, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑11‑2003
Essentie
Faillissement; onrechtmatige daad: onttrekking gelden aan de boedel. Rogatoire commissie.
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen 's Hofs oordeel dat thans eiseres tot cassatie, door eraan mede te werken dat kort voor het faillissement van haar echtgenoot een bedrag van de bankrekening van haar echtgenoot werd opgenomen en dat het opgenomen bedrag buiten het bereik van de crediteuren werd gebracht, op grond van onrechtmatige daad gehouden is de boedel tot het opgenomen bedrag schadeloos te stellen, alsmede tegen 's Hofs afwijzing van het verzoek van eiseres om een rogatoire commissie te bevelen teneinde een getuige in Duitsland ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.