RvdW 2003, 113
Schuldsaneringsregeling; tussentijdse beëindiging. Vrije bewijskracht strafvonnis. Motiveringsplicht.
HR 20-06-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF7682
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 juni 2003
- Magistraten
J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop
- Zaaknummer
R03/001HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AF7682
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7682, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑06‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7682, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2003
- Wetingang
Essentie
Schuldsaneringsregeling; tussentijdse beëindiging. Vrije bewijskracht strafvonnis. Motiveringsplicht.
Een niet in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Nederlandse strafrechter waarbij bewezen is verklaard dat iemand een feit heeft begaan, heeft vrije bewijskracht. In deze zaak, waarin het gaat om de tussentijdse beëindiging van een schuldsaneringsregeling op grond van art. 350 lid 3, onder c, Fw, kon het Hof als civiele rechter derhalve zonder schending van een rechtsregel in beginsel op grond van het tegen de schuldenaar uitgesproken strafvonnis bewezen achten dat de schuldenaar de feiten had gepleegd die bij dat vonnis bewezen zijn verklaard en ter zake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.