JAR 2002, 295
HR, 15-11-2002, nr. C01/344HR
HR 15-11-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AF0585
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 november 2002
- Magistraten
Mrs Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Aaftink, De Savornin Lohman, Hammerstein
- Zaaknummer
C01/344HR
- LJN
AF0585
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AF0585, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑11‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AF0585, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2002
- Wetingang
Samenvatting
Arbeidsovereenkomst; ontslagname werknemer; psychische stoornis; vertrouwensbeginsel; redelijkheid en billijkheid; nadeelvereiste. Devolutieve werking appel.
Met de toevoeging ‘tenzij het nadeel op het tijdstip van de rechtshandeling redelijkerwijs niet was te voorzien’ in de tweede zin van art. 3:34 lid 1 BW, is gedoeld op naar objectieve maatstaven redelijkerwijs niet voorzienbaar nadeel. In een geval als het onderhavige, waarin de werknemer die verklaarde ontslag te nemen niet in staat was daartoe zijn wil te bepalen ten gevolge van een stoornis van zijn geestvermogens, kan het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn dat de werkgever, hoezeer hij ook de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.