RvdW 2002, 167
Bestuurdersaansprakelijkheid voor premie- en belastingschulden (Tweede misbruikwet); art. 16d CSV en art. 36 Iw 1990; geen aansprakelijkstelling uitvoeringsinstantie vereist; art. 2:248 BW niet van toepassing.
HR 18-10-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE5152 (Schaap/Stichting Wooncompagnie)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 oktober 2002
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst
- Zaaknummer
C01/075HR
- Conclusie
A‑G Verkade
- LJN
AE5152
- Roepnaam
Schaap/Stichting Wooncompagnie
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE5152, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑10‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE5152, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2002
- Wetingang
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid voor premie- en belastingschulden (Tweede misbruikwet); art. 16d CSV en art. 36 Iw 1990; geen aansprakelijkstelling uitvoeringsinstantie vereist; art. 2:248 BW niet van toepassing.
De op de wetgeving m.b.t. keten- en bestuurdersaansprakelijkheid berustende aansprakelijkheden treden van rechtswege in zodra de onderaannemer met de betaling van de premie en/of belasting in gebreke is. Hieraan doet niet af dat een aansprakelijkstelling van de aannemer of de bestuurder van de onderaannemer is vereist indien de uitvoeringsinstanties die aansprakelijkheid wensen te realiseren. Tekst noch strekking van wettelijke regeling brengt mee dat de aannemer slechts o.g.v. art. 16g lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.