NJ 2002, 541
Echtscheiding; duurzame ontwrichting; geloofsovertuiging.
HR 12-07-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4037
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juli 2002
- Magistraten
C.H.M. Jansen, A.G. Pos, P.C. Kop
- Zaaknummer
R02/013HR
- Conclusie
A-G Moltmaker
- LJN
AE4037
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE4037, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑07‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE4037, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑07‑2002
- Wetingang
BW art. 1:30; BW art. 1:151
Essentie
Echtscheiding; duurzame ontwrichting; geloofsovertuiging.
Op vaste rechtspraak van de Hoge Raad stuit af de klacht dat het feit dat partijen al ruim twee jaar gescheiden leven en dat de man de samenleving en de relatie met de vrouw niet wenst te hervatten, geen rechtsgeldige grond vormt voor een echtscheiding. Een geloofsovertuiging kan niet maatgevend zijn voor het in de Nederlandse samenleving als geheel geldende recht met betrekking tot de mogelijkheid van ontbinding van een huwelijk.
Samenvatting
In deze echtscheidingszaak richt de vrouw in cassatie klachten tegen het oordeel van het Hof dat de echtscheiding tussen partijen dient te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.