RvdW 2001, 148
Testament: ontbreken jaartal in notariële akte; nietigheid? Anticipatie. Geding na verwijzing: aanpassing stellingen; in geding roepen andere belanghebbenden op voet art. 12a Rv.
HR 05-10-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3665
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 oktober 2001
- Magistraten
P. Neleman, R. Herrmann, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
C99/247HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
ZC3665
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Juridische beroepen / Notaris
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZC3665, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑10‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZC3665, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2001
- Wetingang
BW art. 3:39; BW art. 4:985; BW art. 4:1000; NBW art. 4.3.5.14; WN art. 26 (oud)
Essentie
Testament: ontbreken jaartal in notariële akte; nietigheid? Anticipatie. Geding na verwijzing: aanpassing stellingen; in geding roepen andere belanghebbenden op voet art. 12a Rv.
Ingeval een notariële akte waarbij een uiterste wil is verleden, niet het jaar vermeldt waarin zij is verleden, voldoet deze akte niet aan de in Boek 4 gestelde vereisten. Dit leidt evenwel niet tot nietigheid. Een redelijke wetsuitleg brengt mee dat ook voor het huidige recht, evenals naar art. 4.3.5.14 NBW, moet worden aanvaard dat het ontbreken van de vermelding van plaats, jaar, maand of dag in de akte waarbij een uiterste wil is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.