BR 2001/206
HR, 08-06-2001, nr. R00/113HR
HR 08-06-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2022
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juni 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R00/113HR
- LJN
AB2022
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Onteigeningsrecht / Voorkeursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2022, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑06‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB2022, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2001
- Wetingang
Wet Voorkeursrecht Gemeenten art. 26; Wet Voorkeursrecht Gemeenten art. 26 lid 2
Essentie
Verzoek van de gemeente op grond van art. 26 Wvg tot het nietig verklaren van een samenwerkingsovereenkomst, welke afbreuk doet aan haar voorkeurspositie. Aanvangstijdstip van de acht weken termijn als bedoeld in art. 26, lid 2, Wvg. Vervolg op Hof Amsterdam 20 juni 2000, BR 2000, p. 860:
Zie eveneens HR 10 november 2000 (Bleiswijk), HR 10 november 2000 (Alkmaar) en HR 17 november 2000 (Eijsden en Maastricht), laatstgenoemde m.n. J.J.M.M. van Rijckevorsel, BR 2001, p. 128–143, Red.
Partij(en)
Advocaat van Van Huet c.s., verzoekers tot cassatie: mr. M.A. Leijten.
tegen
Advocaat van de gemeente Duiven, verweerster ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.