NJ 2000, 630
Ontvankelijkheid/appellabiliteit incidenteel vonnis inzake absolute bevoegdheid. Appellabiliteit eindvonnis.
HR 15-09-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA7106
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 september 2000
- Magistraten
H.L.J. Roelvink, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/339HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AA7106
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA7106, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑09‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA7106, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑09‑2000
- Wetingang
Essentie
Ontvankelijkheid/appellabiliteit incidenteel vonnis inzake absolute bevoegdheid. Appellabiliteit eindvonnis.
Uit art. 157b lid 1 Rv. volgt dat tegen een tussenvonnis waarbij de rechter zijn bevoegdheid heeft aangenomen, alleen hoger beroep openstaat op grond van de stelling dat de rechter absoluut onbevoegd is, en bovendien slechts tegelijk met hoger beroep tegen het eindvonnis. De wettelijke appellabiliteitsregels zijn ook van toepassing op het tussenvonnis waarbij de rechter zijn bevoegdheid heeft aangenomen. Beroep tegen oordeel dat eindvonnis van Kantonrechter niet voor appèl vatbaar is (onder appèlgrens lag) verworpen met toepassing art. 101a RO.
Samenvatting
Vordering tot afgifte van een roerende zaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.