RvdW 2000, 39
Abw: terugvordering bijstand. Appèltermijn: art. 429n lid 2 Rv; verschenen belanghebbende. Art. 6:11 Awb
HR 04-02-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4721
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 februari 2000
- Magistraten
Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Fleers
- Zaaknummer
R99/046HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AA4721
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA4721, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA4721, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2000
- Wetingang
Essentie
Abw: terugvordering bijstand. Appèltermijn: art. 429n lid 2 Rv; verschenen belanghebbende. Art. 6:11 Awb.
Nu inleidend verzoekschrift is ingediend na de inwerkingtreding van de nieuwe Abw (op 1 januari 1996) is van overeenkomstige toepassing art. 429n lid 2 (voor ‘verschenen belanghebbende’ appèltermijn 2 maanden na dagtekening beschikking). Onder ‘verschenen belanghebbenden’ moeten ook worden begrepen zij die niet ter terechtzitting zijn verschenen doch wel een verweerschrift hebben ingediend. Klachten n.a.v. art. 6:11 Awb verworpen op gronden conclusie A-G: Art. 6:11 Awb geeft geen volledig nieuwe termijn. Appèltermijnen moeten ook in geval van termijnoverschrijding door fouten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.