AB 2001, 62
Terugvordering bijstand; appeltermijn; niet verschenen belanghebbende; geen volledige nieuwe appeltermijn
HR 04-02-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4721, m.nt. Th.G. Drupsteen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 2000
- Magistraten
Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Fleers, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
R99/046HR
- Noot
Th.G. Drupsteen
- LJN
AA4721
- JCDI
JCDI:ADS864628:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA4721, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA4721, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑2000
- Wetingang
AWB art. 6:11; Rv (oud) art. 429n
Essentie
Terugvordering bijstand; appeltermijn; niet verschenen belanghebbende; geen volledige nieuwe appeltermijn.
Samenvatting
De ontvankelijkheid in hoger beroep moet worden beoordeeld aan de hand van art. 429n lid 2 Rv, nu het inleidend verzoekschrift is ingediend na 1 januari 1996, derhalve na inwerkingtreding van de nieuwe Abw op die datum. Dit brengt immers mee dat in deze procedure de in art. 429n lid 2 gegeven regeling van de appeltermijn van overeenkomstige toepassing is (HR 19 november 1999, RvdW 1999, 174).
Onder verschenen belanghebbenden in die bepaling moeten niet alleen worden begrepen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.