FJR 1999, 70
HR, 26-03-1999, nr. R98/087HR
HR 26-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA4832
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 maart 1999
- Zaaknummer
R98/087HR
- LJN
AA4832
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA4832, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑03‑1999
Uitspraak
Het ging in dit geval om een verzoek tot beëindiging van de man waarbij bij toewijzing daarvan de vrouw feitelijk geen terugval in besteedbaar inkomen zou hebben. Evenals in HR 26 maart 1999, RvdW 1999, 52C, overweegt de Hoge Raad eerst dat conform vaste rechtspraak alle relevante omstandigheden zowel bij de alimentatieplichtige als de alimentatiegerechtigde in aanmerking dienen te worden genomen en in onderling verband te worden gewogen. Vervolgens stelt de Hoge Raad voorop dat aan deze beslissingen hoge motiveringseisen dienen te worden gesteld. Terwille van de hanteerbaarheid van het systeem aanvaardt de Hoge Raad evenwel als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.