NJ 1998, 33
Wet BOPZ / door geneesheer-directeur ondertekende verklaring behoeft niet te vermelden wie onderzoek heeft verricht en wie verklaring heeft opgesteld
HR 03-10-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2451
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 oktober 1997
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
9062
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC2451
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2451, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑10‑1997
- Wetingang
BOPZ art. 16
Essentie
Wet BOPZ. De door de geneesheer-directeur ondertekende verklaring behoeft niet te vermelden wie het onderzoek heeft verricht en wie de verklaring heeft opgesteld.
Samenvatting
Indien de geneeskundige verklaring door de geneesheer-directeur ten blijke van zijn instemming met en verantwoordelijkheid voor de inhoud ervan is ondertekend, moet ervan worden uitgegaan dat hij zich ervan heeft overtuigd dat de inhoud berust op deugdelijk onderzoek door een hem bekende, aan het psychiatrisch ziekenhuis verbonden arts. Art. 16 lid 1 Wet BOPZ schrijft niet voor dat de door de geneesheer-directeur ondertekende geneeskundige verklaring vermeldt wie het aan de verklaring ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.