NJ 1997, 597
Verzekeringsrecht / vergoeding sleeploon motorzeiljacht / uitleg polis / begrippen ‘eigen gebrek’ en ‘van buiten komend onheil’ in watersportpolis
HR 02-05-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2366 (zeiljacht Fortuna)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 mei 1997
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
16293
- Conclusie
wnd. A-G Bloembergen
- LJN
ZC2366
- Roepnaam
zeiljacht Fortuna
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2366, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑05‑1997
- Wetingang
WvK art. 246
Essentie
Verzekeringsrecht. Vergoeding sleeploon motorzeiljacht. Uitleg polis. Begrippen ‘eigen gebrek’ en ‘van buiten komend onheil’ in watersportpolis.
Samenvatting
Falende klachten tegen het niet onbegrijpelijke oordeel dat partijen bij de vraag of van ‘eigen gebrek’ en van ‘van buiten komend onheil’ sprake is ervan zijn uitgegaan dat voor de vaststelling van de betekenis van die begrippen, de inhoud van de tussen hen gesloten overeenkomst beslissend is.
In het licht van de stellingen van verzekerde onbegrijpelijk oordeel dat geen sprake was van een eigen gebrek, omdat het gebrek door toedoen van verzekerde zou zijn ontstaan.
Voor de vraag of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.