NJ 1996, 475
Ontkenning vaderschap / bewijslevering / bloedonderzoek
HR 19-04-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2044
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 april 1996
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Nieuwenhuis, Moltmaker
- Zaaknummer
15990
- LJN
ZC2044
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2044, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑1996
- Wetingang
BW art. 1:200
Essentie
Ontkenning vaderschap. Bewijslevering. Bloedonderzoek.
Samenvatting
Ingevolge het bepaalde in art. 1:200 lid 1 BW verklaart de rechter de rechtsvordering tot ontkenning slechts gegrond, indien de man niet de vader van het kind kan zijn. Kennelijk heeft het hof geoordeeld dat het ingevolge art. 1:200 lid 1 gevergde bewijs in het onderhavige geval niet is geleverd. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Het hof mocht, bij zijn beslissing om (na onderzoek van het bloed van de ex-echtgenoot van de vrouw) geen onderzoek van het bloed van de huidige echtgenoot van de vrouw te gelasten, gewicht toekennen aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.