NJ 1995, 731
Aansprakelijkheid minderjarige voor schade op grond van onrechtmatige daad / wettelijk vertegenwoordiger die namens minderjarige in geding optreedt (‘qq’) / aansprakelijkheid ‘pro se’
HR 22-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1815
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 september 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Asser
- Zaaknummer
15760
- LJN
ZC1815
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1815, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑09‑1995
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); BW art. 1403 (oud); BW art. 1:247; BW art. 6:162; BW art. 6:169
Essentie
Aansprakelijkheid minderjarige voor schade op grond van onrechtmatige daad. Wettelijk vertegenwoordiger die namens minderjarige in geding optreedt (‘qq’). Aansprakelijkheid ‘pro se’.
Samenvatting
De enkele gegrondbevinding van de grief van de vader, dat de kantonrechter het verweer dat hij zelf niet aansprakelijk is omdat hij de daad van zijn zoon niet heeft kunnen beletten, heeft gepasseerd, zou afwijzing van de door de gelaedeerde ingestelde vordering slechts dan hebben gewettigd indien deze haar, hetzij reeds van de aanvang af, hetzij in hoger beroep uitsluitend zou hebben gebaseerd op eigen aansprakelijkheid van de vader.
Partij(en)
Hans Timmerman, te Almere, eiser ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.