NJ 1995, 305
Wet BOPZ / telefonisch horen schoonzuster betrokkene / hoor en wederhoor
HR 20-01-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1621
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 januari 1995
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
8609
- LJN
ZC1621
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1621, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑01‑1995
- Wetingang
Essentie
Wet BOPZ. Telefonisch horen schoonzuster betrokkene. Hoor en wederhoor.
Samenvatting
Inlichtingen na het verhoor telefonisch ingewonnen bij schoonzuster betrokkene. Uit de beschikking had moeten blijken hetzij dat de rechtbank betrokkene en/of haar advocaat in kennis had gesteld van de ingewonnen inlichtingen en hun de gelegenheid had gegeven zich daarover uit te laten, hetzij dat bijzondere omstandigheden aanwezig waren, die rechtvaardigden om van laatstbedoelde regel af te wijken.
Conclusie OM: mede over afstand van fundamentele processuele rechten.
Partij(en)
A.M.O., te R., verzoekster tot cassatie, adv. mr. J.J. Dekker.
Voorgaande uitspraak
A.M.O., te R., verzoekster tot cassatie, adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.