NJ 1995, 721
Sprongcassatie uitspraak kantonrechter ex 43 Wet RO / boete wegens ‘zwart’ of ‘grijs’ rijden in openbaar vervoer / bevoegdheid burgerlijke rechter / schuldvordering in de zin van 2 (oud) Wet RO en 112 Gr.w / matiging
HR 15-10-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AC4365, m.nt. M. van der Scheltema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 oktober 1993
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Swens-Donner, Mok
- Zaaknummer
15324
- Noot
M. van der Scheltema
- LJN
AC4365
- JCDI
JCDI:ADS113645:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verkeersrecht (V)
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AC4365, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑10‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AC4365, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑1993
- Wetingang
GW art. 112; RO art. 43 lid 2; RO art. 99; RO art. 100; Rv (oud) art. 48; Rv (oud) art. 398 onder 2; Wet Personenvervoer art. 30; Wet Personenvervoer art. 31; Wet Personenvervoer art. 34; Wet Personenvervoer art. 92 lid 2; Besl. personenvervoer art. 57
Samenvatting
Nu partijen zich bij de kantonrechter het recht van hoger beroep overeenkomstig het bepaalde in art. 43 lid 2 Wet RO hadden voorbehouden en vervolgens met toepassing van art. 398 sub 2 Rv het hoger beroep hebben overgeslagen, brengt een redelijke wetstoepassing mee dat niet art. 100 Wet RO doch art. 99 Wet RO de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.