HR, 25-09-1992, nr. 14566: Balenpers

Documentgegevens:

HR 25-09-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0689 (Balenpers)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 25 september 1992
Magistraten: Martens, Bloembergen, Davids, Heemskerk, Nieuwenhuis, Strikwerda
Zaaknummer: 14566
LJN: ZC0689
Roepnaam: Balenpers
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
EU-recht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1992:ZC0689, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑09‑1992
Wetingang: EG-Verbintenissenverdrag art. 4; Haags Verdrag internationale koopovereenkomsten toepasselijke recht art. 8 onder d; Wet ABart. 1; Wet ABart. 2; Wet ABart. 3; Wet ABart. 4; Wet ABart. 5; Wet ABart. 6; Wet ABart. 7; Wet ABart. 8; Wet ABart. 9; Wet ABart. 10; Wet ABart. 11; Wet ABart. 12; Wet ABart. 13; Wet ABart. 13a; Wet ABart. 14

Essentie

Internationale bevoegdheid Nederlandse rechter; anticiperende toepassing EG-Overeenkomstenverdrag (EVO). Restrictieve toepassing uitzondering in lid 5 tweede zin van art. 4 EVO.

Samenvatting

Het hof heeft art. 4 EVO ‘anticiperend’ — als ware deze bepaling reeds geldend recht — toegepast. Met name als het gaat om een multilateraal verdrag dat ertoe strekt in de verdragsstaten eenvormige, algemeen geldende regels van internationaal privaatrecht in te voeren, zal een dergelijke toepassing op haar plaats zijn — ook indien het verdrag inhoudt of meebrengt dat die regels slechts behoeven te worden toegepast op na zijn in werking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.