NJ 1987, 555
HR, 23-01-1987, nr. 12752
HR 23-01-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AG5515, m.nt. W.C.L. van der Grinten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 1987
- Magistraten
Ras, Martens, Bloembergen, Haak, Roelvink, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
12752
- Noot
W.C.L. van der Grinten
- LJN
AG5515
- JCDI
JCDI:ADS113402:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AG5515, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AG5515, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑1987
- Wetingang
BW art. 1401; BW art. 1279; BW art. 1280; BW art. 1281; BW art. 1282; BW art. 1283; BW art. 1284; BW art. 1285; BW art. 1286; BW art. 1287; BW art. 1288; RO art. 99 lid 1 onder 2°; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
Onrechtmatige daad.
Samenvatting
Feitelijk en niet onbegrijpelijk oordeel dat er geen causaal verband bestaat tussen daad en immateriele schade. Causaal verband tussen daad en materiele schade (kosten van redelijk handelen van benadeelde).
Partij(en)
Jan Eillert, te Emmen, eiser tot cassatie, incidenteel verweerder, adv. Mr. J.C. van Oven,
tegen
Evert de Groot, te Nieuw-Weerdinge, (gem. Emmen), verweerder in cassatie, incidenteel eiser, adv. Mr. S.A. Boele.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1
Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie — verder te noemen Eillert — heeft bij exploot van 13 okt. 1977 verweerder in cassatie — verder te noemen De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.