NJ 1985, 496
HR, 15-03-1985, nr. 12397
HR 15-03-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AG4976
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 1985
- Magistraten
Royer, Martens, Van Den Blink, Bloembergen, Boekman, Ten Kate
- Zaaknummer
12397
- LJN
AG4976
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AG4976, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AG4976, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑1985
- Wetingang
BW art. 1639o; Rv (oud) art. 199
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontslag op staande voet. Dringende reden? Arbeidsongeschiktheid door ziekte. Hersteldverklaring; mededeling daarvan aan de werkgever. Passeren van bewijsaanbod.
Samenvatting
1. Een werknemer die, na ziekte, door de betrokken bedrijfsvereniging als hersteld is aangemerkt doch zelf meent dat zijn arbeidsongeschiktheid voortduurt, behoort daarvan onverwijld mededeling aan zijn werkgever te doen, maar de omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat het achterwege blijven van zodanige mededeling niet een verzuim van zo ernstige aard vormt dat het een dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert. De Rb. heeft aangenomen dat een onverwijlde mededeling als vorenbedoeld van de zijde van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.