NJ 1985, 51
HR, 07-09-1984, nr. 6728: Faillissement Amstel Transport
HR 07-09-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AG4859, m.nt. W.C.L. van der Grinten (Faillissement Amstel Transport)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 september 1984
- Magistraten
Drion, Royer, De Waard, Roelvink, Boekman, Ten Kate
- Zaaknummer
6728
- Noot
W.C.L. van der Grinten
- LJN
AG4859
- Roepnaam
Faillissement Amstel Transport
- JCDI
JCDI:ADS157192:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Surseance van betaling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AG4859, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑09‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AG4859, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑1984
- Wetingang
Fw art. 242 lid 1 onder 5°
Essentie
Surseance van betaling. Grond voor intrekking, bedoeld in art. 242 lid 1 onder 5e Fw: ‘schuldeischers’ omvat ook de preferente crediteuren. Rechtszekerheid.
Samenvatting
Gezien enerzijds de wettelijke uitsluiting van de mogelijkheid om gedurende de surseance rauwelijks faillietverklaring te vorderen, en anderzijds het belang dat ook preferente crediteuren kunnen hebben bij faillietverklaring, kan, bij gebreke van duidelijke wetshistorische aanwijzingen in tegengestelde zin, niet worden aangenomen dat de wetgever, in afwijking van de bewoordingen van boven genoemde bepaling — die zonder beperking van ‘schuldeischers’ spreekt — zou hebben beoogd voortzetting van de surseance ook toe te laten indien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.