NJ 1981, 3
HR, 10-10-1980, nr. 11619
HR 10-10-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC1629, m.nt. W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 oktober 1980
- Magistraten
Dubbink, Snijders, Royer, Martens, De Groot
- Zaaknummer
11619
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AC1629
- JCDI
JCDI:ADS156073:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AC1629, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑10‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AC1629, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑10‑1980
- Wetingang
Rv (oud) art. 343; Rv (oud) art. 344; Rv (oud) art. 345; Rv (oud) art. 346; Rv (oud) art. 347; Rv (oud) art. 348; Rv (oud) art. 349; Rv (oud) art. 350; Rv (oud) art. 351; Rv (oud) art. 352; Rv (oud) art. 353; Rv (oud) art. 354; Rv (oud) art. 355; Rv (oud) art. 356; Rv (oud) art. 357
Essentie
Voorwaardelijk incidenteel appel. Mag de appelrechter het incidenteel appel in behandeling nemen, indien de voorwaarde waaronder het is ingesteld nog niet is vervuld?
Samenvatting
Het middel klaagt er o.m. over dat het Hof het voorwaardelijk incidenteel appel (ingesteld voor het geval het principale appel gegrond zou worden bevonden) heeft onderzocht met voorbijgaan aan het principale appel. Deze klacht faalt omdat het de appelrechter vrijstond om, nu daarvoor uit een oogpunt van proceseconomie gerede aanleiding bestond, zonder onderzoek van de in het principaal appel voorgedragen grieven het incidenteel appel in behandeling te nemen, ook al was de voorwaarde waaronder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.