NJ 1981, 613
HR, 08-07-1980, nr. 5384
HR 08-07-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC0435
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1980
- Magistraten
Ras, Snijders, Royer, Martens, De Groot
- Zaaknummer
5384
- LJN
AC0435
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AC0435, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AC0435, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑1980
- Wetingang
BW art. 1:401
Essentie
De stelling dat een naderhand onjuist gebleken toekomstverwachting geen onjuist of onvolledig gegeven in de zin van art. 401 Boek 1 BW kan opleveren, kan in haar algemeenheid niet als juist worden aanvaard.*
Samenvatting
* Zie de noot onder het hiervoor opgenomen de uitspraak. (Red.)
Voorgaande uitspraak
De Hoge Raad,
Gezien het verzoekschrift van J.H. de G., wonende te S., adv. Mr A.N. Huizenga, welk verzoekschrift strekt tot vernietiging van na te noemen beschikking van het Hof te 's-Gravenhage van 21 dec. 1979 en tot verkrijgen van verlof om in cassatie kosteloos te mogen procederen; ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.