NJ 1981, 113
HR, 27-06-1980, nr. 5357
HR 27-06-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC6948, m.nt. E.A.A. Luijten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 juni 1980
- Magistraten
Dubbink, Drion, Snijders, Haardt, Martens
- Zaaknummer
5357
- Noot
E.A.A. Luijten
- LJN
AC6948
- JCDI
JCDI:ADS114086:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AC6948, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑06‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AC6948, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑1980
- Wetingang
BW art. 1:392; BW art. 1:393; BW art. 1:394; BW art. 1:395; BW art. 1:396; BW art. 1:397; BW art. 1:398; BW art. 1:399; BW art. 1:400; BW art. 1:401; BW art. 1:402; BW art. 1:403
Essentie
Bepaling van draagkracht van de tot uitkering verplichte persoon.
Samenvatting
Indien de zesde overweging van 's Hofs beschikking (zie daaromtrent de uitspraak. Red.) aldus moet worden gelezen dat de draagkracht van de man bij de bepaling van de te zijnen laste komende uitkering tot levensonderhoud van de vrouw in geen geval mag worden beinvloed door bijdragen die de man zich verplicht heeft gevoeld te betalen in het levensonderhoud van zijn meerderjarige studerende zoon, komt het middel onder a daar terecht tegen op, daar een rechtsregel van zo vergaande strekking niet bestaat. Indien het Hof bedoeld heeft dat in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.