NJ 1974, 187
HR, 11-01-1974: Van Duin/Maria Leek
HR 11-01-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AC1781, m.nt. G.J. Scholten (Van Duin/Maria Leek)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 januari 1974
- Magistraten
Wiarda, De Meijere, Van Der Linde, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1974-01-11/NJ_54601]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC1781
- Roepnaam
Van Duin/Maria Leek
- JCDI
JCDI:ADS113963:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Erfrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AC1781, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑01‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AC1781, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑1974
- Wetingang
BW art. 921; BW art. 922; BW art. 923; BW art. 924; BW art. 925; BW art. 926; BW art. 927; BW art. 928; BW art. 929; BW art. 930; BW art. 931; BW art. 932; BW art. 933; BW art. 934; BW art. 935; BW art. 936; BW art. 937; BW art. 938; BW art. 939; BW art. 940; BW art. 941; BW art. 942; BW art. 943; BW art. 944; BW art. 945; BW art. 946; BW art. 947; BW art. 948; BW art. 949; BW art. 950; BW art. 951; BW art. 952; BW art. 953; BW art. 954; BW art. 955; BW art. 956; BW art. 957; BW art. 958; BW art. 959; BW art. 960; BW art. 961; BW art. 962; BW art. 963; BW art. 964; BW art. 965; BW art. 966; BW art. 967; BW art. 968; BW art. 969; BW art. 970; BW art. 971; BW art. 972; BW art. 973; BW art. 974; BW art. 975; BW art. 976; BW art. 977; BW art. 978; BW art. 979; BW art. 980; BW art. 981; BW art. 982; BW art. 983; BW art. 984; BW art. 985; BW art. 986; BW art. 987; BW art. 988; BW art. 989; BW art. 990; BW art. 991; BW art. 992; BW art. 993; BW art. 994; BW art. 995; BW art. 996; BW art. 997; BW art. 998; BW art. 999; BW art. 1000; BW art. 1001; BW art. 1002; BW art. 1003; BW art. 1004; BW art. 1005; BW art. 1006; BW art. 1007; BW art. 1008; BW art. 1009; BW art. 1010; BW art. 1011; BW art. 1012; BW art. 1013; BW art. 1014; BW art. 1015; BW art. 1016; BW art. 1017; BW art. 1018; BW art. 1019; BW art. 1020; BW art. 1021; BW art. 1022; BW art. 1023; BW art. 1024; BW art. 1025; BW art. 1026; BW art. 1027; BW art. 1028; BW art. 1029; BW art. 1030; BW art. 1031; BW art. 1032; BW art. 1033; BW art. 1034; BW art. 1035; BW art. 1036; BW art. 1037; BW art. 1038; BW art. 1039; BW art. 1040; BW art. 1041; BW art. 1042; BW art. 1043; BW art. 1044; BW art. 1045; BW art. 1046; BW art. 1047; BW art. 1048; BW art. 1049; BW art. 1050; BW art. 1051; BW art. 1370
Essentie
Beding over nog niet opengevallen nalatenschap. In bewoordingen van het testament niet tot uitdrukking gekomen bedoelingen van testator waarmede geen rekening kan worden gehouden en waarop geen beroep kan worden gedaan.
Samenvatting
Het Hof was bij de uitlegging van het testament niet gebonden aan hetgeen partijen zelf daaromtrent hadden aangevoerd, maar het stond aan het Hof vrij het testament zelfstandig uit te leggen.
Onjuist is de stelling dat het verbod van art. 1370 BW om over een nog niet opengevallen nalatenschap enig beding aan te gaan uitsluitend zou betreffen nalatenschappen van derden en niet zou gelden voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.