NJ 1973, 124
HR, 15-12-1972
HR 15-12-1972, ECLI:NL:PHR:1972:AB4965, m.nt. L. Wichers Hoeth
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 december 1972
- Magistraten
Wiarda, De Meijere, Hollander, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1972-12-15/NJ_54014]
- Noot
L. Wichers Hoeth
- LJN
AB4965
- JCDI
JCDI:ADS156862:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1972:AB4965, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑12‑1972
ECLI:NL:PHR:1972:AB4965, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑1972
- Wetingang
Merkenwet art. 4bis; Merkenwet art. 10; BMW art. 13
Essentie
Is voor ‘overeenstemming in hoofdzaak’ van twee merken tevens verwarringsgevaar vereist?
Samenvatting
Blijkens de geschiedenis van de wet van 21 november 1956 (Stb. 681), bij welke wet art. 4bis in de toenmalige Merkenwet werd ingevoegd en art. 10 overeenkomstig werd gewijzigd, heeft de wetgever in genoemde wetsbepalingen der oude Merkenwet van de mogelijkheid dat door een overeenstemming tussen merken verwarring omtrent de herkomst der waren kan ontstaan geen voorwaarde willen maken voor het aannemen van een ‘overeenstemming in hoofdzaak’, als bedoeld in voormelde bepalingen.
Het gemeenschappelijk commentaar der regeringen van Belgie, Luxemburg en Nederland houdt bij art. 13 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.