NJ 1968, 284
HR, 14-05-1968
HR 14-05-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AB4751
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 mei 1968
- Magistraten
Feber, Eijssen, De Meijere, Moons, Ras
- Zaaknummer
[1968-05-14/NJ_51736]
- LJN
AB4751
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AB4751, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑05‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AB4751, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑1968
- Wetingang
Sv art. 457
Essentie
De aanvrage berust niet op feiten waaruit de aanwezigheid van een omstandigheid als bedoeld in art. 457 eerste lid sub 1 is af te leiden, nu verzoeker niets meer of anders aanvoert dan in zijn vroegere aanvrage.
Samenvatting
Een verzoek om herziening steunend op een grond die reeds bij een eerdere aanvrage ongenoegzaam werd geoordeeld, kan niet worden ontvangen.
Voorgaande uitspraak
Op de aanvrage van J.W., te T., om herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch van 22 okt. 1951, waarbij in hoger beroep, met vernietiging van een vonnis van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.