NJ 1969, 433
Hof Amsterdam, 15-01-1969
Hof Amsterdam 15-01-1969, ECLI:NL:GHAMS:1969:AB4838
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
15 januari 1969
- Magistraten
Povel, Schreuder, Winkel
- Zaaknummer
[1969-01-15/NJ_52331]
- LJN
AB4838
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1969:AB4838, Uitspraak, Hof Amsterdam, 15‑01‑1969
- Wetingang
Rv (oud) art. 119
Samenvatting
Als een grondregel van procesrecht geldt dat getuigen worden gehoord voor de rechter voor wie de desbetreffende procedure hangende is. Afwijking van deze regel wordt niet reeds (afdoende) gemotiveerd met een verwijzing naar de aan de rechter bij art. 119, lid 3, Rv. (rogatoire commissie) gegeven vrijheid, maar voor zodanige afwijking moet van daartoe redengevende feiten of omstandigheden zijn gebleken.
In casu werd het verzoek van de in Japan gevestigde procespartij, twee van haar employe's bij wege van rogatoire commissie in Japan als getuigen te mogen doen horen — in plaats van voor de Rb. te Haarlem — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.