Einde inhoudsopgave
Statuut voor de personeelsleden van Europol
Artikel 43
Geldend
Geldend vanaf 06-06-2003
- Bronpublicatie:
05-06-2003, PbEU 2003, C 152 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/C152/02)
- Inwerkingtreding
06-06-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2003, PbEU 2003, C 152 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/C152/02)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De bezoldiging van de Europol-functionarissen omvat een basissalaris, gezinstoelagen en toelagen van andere aard. De bezoldiging wordt uitbetaald in euro's in Nederland.
2.
Onverminderd lid 1 kan de functionaris die bij besluit van de directeur naar een andere standplaats dan Nederland wordt overgeplaatst, ervoor kiezen zijn salaris uitbetaald te krijgen in de valuta van het land waar hij zijn werkzaamheden verricht. In dat geval wordt op zijn bezoldiging, met uitzondering van schooltoelagen als bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, en artikel 3, lid 2, van aanhangsel 5, en na aftrek van de in dit statuut of in de ter toepassing daarvan vastgestelde uitvoeringsverordeningen opgenomen verplichte inhoudingen, een aanpassingscoëfficiënt toegepast en wordt zijn bezoldiging berekend op basis van de desbetreffende wisselkoers. In deugdelijk gemotiveerde uitzonderingsgevallen kan de directeur deze betaling geheel of gedeeltelijk in een andere valuta dan die van het land van tewerkstelling verrichten, op zodanige wijze dat de handhaving van de koopkracht wordt gewaarborgd.
3.
De toepasselijke aanpassingscoëfficiënt wordt bij besluit van de directeur vastgesteld op meer dan, minder dan of gelijk aan 100 %, afhankelijk van de meest recente aanpassingscoëfficiënten welke, met inbegrip van eventuele latere wijzigingen, zijn vastgesteld door de Raad van de Europese Unie overeenkomstig artikel 64 van het Statuut van toepassing op de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, vergeleken met de in Nederland toepasbare aanpassingscoëfficiënt. De directeur stelt de raad van bestuur van Europol ten spoedigste in kennis van een krachtens dit lid genomen besluit. Indien de aan de hand van de aanpassingscoëfficiënt en de desbetreffende wisselkoers gemeten wijziging van de kosten van het levensonderhoud evenwel sinds de laatste aanpassing voor een bepaald land meer dan 5 % blijkt te bedragen, neemt de directeur maatregelen tot tussentijdse aanpassing van die coëfficiënt en stelt hij de raad van bestuur van Europol daarvan ten spoedigste in kennis.