NJ 2015/459
Een woning of gebouw ‘waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd’ cfm. art. 138a Sr.
HR 13-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3021, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/05204
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS153926:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3021, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2082, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑08‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2015
- Wetingang
Art. 138a Sr
Essentie
Het hof heeft geoordeeld dat het gebruik van het (later gekraakte) gebouw door de rechthebbende was beëindigd cfm. art. 138a lid 1 Sr omdat het gekraakte gedeelte van het gebouw nog niet was verhuurd en van feitelijk gebruik als kantoorgebouw geen sprake meer was. Aldus heeft het hof kennelijk de feitelijke situatie beslissend geacht en niet blijk gegeven van een onjuiste uitleg van het begrip beëindigd gebruik cfm. art. 138a Sr, ook niet indien daarbij wordt betrokken dat de rechthebbende het gebouw voor gebruik beschikbaar hield door het in bruikleen te geven aan Antikraak BV en dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.