Prg. 2006, 190
Gelet op de maatschappelijke onrust over de Deventer moordzaak, het belang van de wegens moord veroordeelde eiser bij zijn herzieningsverzoek en de wens van de nabestaanden dat iedere twijfel in de Deventer moordzaak wordt weggenomen, heeft de Staat onrechtmatig gehandeld door het gevraagde onderzoek naar het graf van het slachtoffer van de moord achterwege te laten.
Rb. 's-Gravenhage (vzr.) 09-11-2006, ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ1858
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage (Voorzieningenrechter)
- Datum
9 november 2006
- Magistraten
Mr. R.J. Paris
- Zaaknummer
KG 06/1309
- LJN
AZ1858
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ1858, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 09‑11‑2006
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Onrechtmatige daad. Is weigering van het Openbaar Ministerie om via een strafrechtelijk onderzoek mee te werken aan de opening van het graf van het slachtoffer in de Deventer moordzaak onrechtmatig?
Ja, want de Staat heeft onvoldoende rekening gehouden met het belang van vermindering van de maatschappelijke onrust, het belang van de veroordeelde bij zijn herzieningsverzoek en met de wens van de nabestaanden dat iedere twijfel wordt weggenomen.
Samenvatting
Eiser, die in de Deventer moordzaak is veroordeeld wegens moord op mevrouw W., vordert dat de Staat wordt veroordeeld onderzoek te doen naar het graf van mevrouw W., omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.