Einde inhoudsopgave
Rijnvaartpolitiereglement 1995
Artikel 7.08 Bewaking en toezicht
Geldend
Geldend vanaf 30-09-2023
- Bronpublicatie:
19-09-2023, Stb. 2023, 314 (uitgifte: 29-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2023, Stb. 2023, 314 (uitgifte: 29-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Waterrecht (V)
1.
Een ter zake kundige bewaker moet zich voortdurend bevinden aan boord:
- a.
van een stilliggend schip dat het kenteken, bedoeld in artikel 2.06 voert,
- b.
van een stilliggend schip dat een teken als bedoeld in artikel 3.14 voert en
- c.
van een stilliggend passagiersschip wanneer er passagiers aan boord zijn.
2.
De ter zake kundige bewaking wordt verzekerd door een bemanningslid dat
- a.
bij schepen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, houder is van een kwalificatiecertificaat overeenkomstig artikel 15.02 van het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel op de Rijn,
- b.
bij schepen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, houder is van een verklaring van deskundigen overeenkomstig artikel 14.01 van het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel op de Rijn.
3.
Aan boord van een stilliggend schip dat het kenteken, bedoeld in artikel 2.06 voert is de aanwezigheid van een ter zake kundige bewaker niet vereist indien
- a.
vloeibaar aardgas (LNG) aan boord van het schip niet als brandstof wordt verbruikt,
- b.
de operationele gegevens van de LNG-installatie van het schip op afstand worden uitgelezen en
- c.
het schip onder toezicht is gesteld van een persoon die, zo nodig, snel kan ingrijpen.
4.
Aan boord van een stilliggend schip als bedoeld in artikel 3.14 is de aanwezigheid van een ter zake kundige bewaker niet vereist indien
- a.
het schip in een havenbekken stilligt, en indien
- b.
de bevoegde autoriteit het schip van de verplichting als bedoeld in het eerste lid heeft vrijgesteld.
5.
Een ander stilliggend schip alsmede een drijvend voorwerp en een drijvende inrichting die stilliggen, moeten zijn gesteld onder het toezicht van een persoon die zo nodig snel kan ingrijpen, tenzij het toezicht door de plaatselijke omstandigheden niet vereist wordt of de bevoegde autoriteit een uitzondering toestaat.
6.
Is er geen schipper dan is de eigenaar, de reder of andere exploitant voor de inzet van de bewaker dan wel voor het onder toezicht stellen van het schip verantwoordelijk.