Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme
Artikel 48 Monitoringstelsel en geschillenbeslechting
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2008
- Bronpublicatie:
16-05-2005, Trb. 2006, 104 (uitgifte: 12-05-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2008, Trb. 2008, 182 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De Conferentie van de Partijen (COP) is verantwoordelijk voor het volgen van de uitvoering van het Verdrag. De COP:
- a.
verzorgt de monitoring van de deugdelijke uitvoering van het Verdrag door de Partijen;
- b.
doet, op verzoek van een Partij, een uitspraak over elke kwestie betreffende de uitleg en uitvoering van het Verdrag.
2.
De COP verricht de taken genoemd in het eerste lid, onderdeel a, door middel van beschikbare openbare overzichten van het Beperkte comité van experts dat maatregelen ten behoeve van de bestrijding van witwassen evalueert (Moneyval) (voor de Partijen die lid zijn van Moneyval) en beschikbare openbare FATF-overzichten (voor de Partijen die lid zijn van de FATF), indien nodig aangevuld met periodieke vragenlijsten voor zelfevaluatie. De monitoringprocedure zal terreinen waarop dit Verdrag van toepassing is uitsluitend betreffen voorzover daarop geen andere relevante internationale normen van toepassing zijn in het kader waarvan wederzijdse evaluaties worden verricht door de FATF en Moneyval.
3.
Indien de COP oordeelt dat zij meer informatie behoeft voor het verrichten van haar taken, neemt zij contact op met de betrokken Partij, indien zij dit wenst zo nodig met gebruikmaking van de procedure en het stelsel van Moneyval. De betrokken Partij rapporteert vervolgens aan de COP. De COP beslist op grond hiervan of zij de positie van de betrokken Partij grondiger zal onderzoeken. Dit kan, zij het niet noodzakelijkerwijs, een bezoek aan het land door een evaluatieteam omvatten.
4.
In geval van een geschil tussen Partijen ten aanzien van de uitleg of toepassing van het Verdrag, trachten zij het geschil door onderhandeling of op een andere vreedzame wijze van hun keuze op te lossen, met inbegrip van voorlegging van het geschil aan de COP, aan een arbitrage gerecht waarvan de uitspraken bindend zijn voor de Partijen, of aan het Internationale Hof van Justitie, als overeengekomen door de betrokken Partijen.
5.
De COP stelt haar eigen reglement van orde vast.
6.
De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa roept de COP uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van dit Verdrag bijeen. Daarna worden gewone vergaderingen van de COP gehouden overeenkomstig het reglement van orde dat door de COP is aangenomen.