V-N 2022/2.11
BTW voor privégebruik door alle vennoten van woning die tot ondernemingsvermogen vof behoort
HR 17-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1836, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 2021
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
19/05647
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS628346:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑12‑2021
ECLI:NL:HR:2021:1836, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:720, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑08‑2020
- Wetingang
art. 4 Wet OB 1968
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat X BTW over het privégebruik door A en B is verschuldigd. Omdat X het pand mede heeft gebruikt voor bedrijfsdoeleinden en alle voorbelasting in aftrek heeft gebracht, is het pand gaan behoren tot het bedrijfsvermogen van X.
Samenvatting
A en B, de twee vennoten van X vof, zijn met elkaar gehuwd en kopen in 2006 gezamenlijk grond, waarop zij een woning laten bouwen. De woning wordt deels voor bedrijfsdoeleinden van X vof gebruikt. X vof vraagt de BTW op de aankoop- en bouwkosten volledig terug. In 2015 geeft X vof BTW over het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.