V-N 2015/55.18
Privéwoning van vennoten geen investeringsgoed van maatschap
HR 30-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3175, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 oktober 2015
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Lourens, Punt, Van Loon
- Zaaknummer
14/03007
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922153:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3175, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:522, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2015
- Wetingang
art. 6 lid 2-a Richtlijn 77/388/EEG (6e Rl); art. 5a Uitv.besch. OB 1968; art. 3 lid 1 onderdeel c, art. 15, 17 en 33 Wet OB 1968
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat ondanks dat een deel van de door de twee vennoten aangeschafte woning wordt gebruikt voor bedrijfsdoeleinden van de maatschap dit buiten redelijke twijfel niet tot gevolg heeft dat de woning in wezen behoort tot het bedrijf van de maatschap in de zin van art. 6 lid 2 sub a Zesde richtlijn.
Samenvatting
Belanghebbende, maatschap X, exploiteert een champignonkwekerij. Bij de kwekerij hebben twee vennoten – het echtpaar A/B – in privé een woning laten bouwen die in maart 2004 is opgeleverd. Het echtpaar gebruikt de woning zowel privé als voor de kwekerij (kantoorruimte). X rekent ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.