Verordening (Euratom) Nr. 300/2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid
Artikel 2 Doel
Geldend
Geldend vanaf 11-04-2007
- Bronpublicatie:
19-02-2007, PbEU 2007, L 81 (uitgifte: 22-03-2007, regelingnummer: 300/2007)
- Inwerkingtreding
11-04-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-02-2007, PbEU 2007, L 81 (uitgifte: 22-03-2007, regelingnummer: 300/2007)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
De financiële, economische en technische hulp die in het kader van deze verordening wordt verleend, vormt een aanvulling op de hulp die door de Europese Gemeenschap wordt verleend in het kader van het instrument voor humanitaire hulp, het instrument voor pretoetredingssteun, het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, het stabiliteitsinstrument, het instrument voor democratie en mensenrechten en het instrument voor geïndustrialiseerde landen. Om de doelstellingen te verwezenlijken worden de volgende maatregelen door deze verordening ondersteund:
- a)
de bevordering van een effectieve nucleaire veiligheidscultuur op alle niveaus, in het bijzonder door:
- —
permanente steun voor regulerende lichamen, organisaties voor technische ondersteuning en de versterking van het regelgevingskader, met name met betrekking tot vergunningsactiviteiten;
- —
serieus gebruik te maken van de ervaring van exploitanten, programma's voor bijstand ter plaatse en externe bijstand, alsmede advies en daarmee samenhangende activiteiten die gericht zijn op meer aandacht voor de veiligheid bij het ontwerpen, exploiteren en onderhouden van kerncentrales die momenteel over een vergunning beschikken en andere bestaande nucleaire installaties zodat hoge veiligheidsniveaus kunnen worden bereikt;
- —
steun voor het op veilige wijze vervoeren, behandelen en verwijderen van bestraalde splijtstof en radioactief afval; en
- —
de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor de ontmanteling van bestaande installaties en de sanering van de terreinen van voormalige nucleaire installaties;
- b)
de bevordering van effectieve regelgevingskaders, procedures en systemen om een toereikende bescherming te waarborgen tegen ioniserende straling van radioactieve materialen, met name van hoogactieve radioactieve bronnen, en de veilige verwijdering daarvan;
- c)
de totstandbrenging van het nodige regelgevingskader en de nodige methoden voor de uitvoering van nucleaire veiligheidscontroles, onder meer ook voor goede administratie en controle van splijtstoffen op het niveau van de overheid en van de exploitant;
- d)
de instelling van effectieve regelingen voor de preventie van ongevallen die radiologische gevolgen hebben en voor de inperking van de gevolgen van eventuele dergelijke ongevallen, alsmede voor rampenplannen en maatregelen ter voorbereiding en reactie op noodsituaties, civiele bescherming en herstel;
- e)
maatregelen ter bevordering van internationale samenwerking (onder meer in het kader van de bevoegde internationale organisaties, met name de IAEA) op bovengenoemde terreinen, waaronder de uitvoering van en het toezicht op internationale overeenkomsten en verdragen, uitwisseling van informatie en opleiding en onderzoek.
De Commissie ziet erop toe dat de vastgestelde maatregelen in overeenstemming zijn met het algemene strategische beleidskader van de Europese Gemeenschap voor het partnerland, en met name met de doelstellingen van de beleidslijnen en programma's op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en economische samenwerking die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 179 en 181 A van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.