Einde inhoudsopgave
Meetcode gas RNB
Bijlage 3 Erkenningsregelingen
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2019
- Bronpublicatie:
07-03-2019, Stcrt. 2019, 14246 (uitgifte: 14-03-2019, regelingnummer: ACM/UIT/506852)
- Inwerkingtreding
15-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-03-2019, Stcrt. 2019, 14246 (uitgifte: 14-03-2019, regelingnummer: ACM/UIT/506852)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
B3.1. Erkenningsregeling voor meterplaatsers
B3.1.1. Algemeen
B3.1.1.1
De gezamenlijke netbeheerders wijzen de instantie aan die alle meterplaatsers erkent voor zowel meterplaatsing Elektriciteit als meterplaatsing Gas, hierna te noemen: de MP-erkenner.
B3.1.1.2
De erkenning tot meterplaatser is noodzakelijk voor alle personen behoudens netbeheerders, die de activiteiten uitvoeren zoals beschreven in 1.3.2.
B3.1.2. Het plaatsen van op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichtingen en erkenning als meterplaatser
B3.1.2.1
De MP-erkenner kan aan een persoon een erkenning als meterplaatser verlenen.
B3.1.2.2
De meterplaatser heeft het recht om het deel van de op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting dat geplaatst moet worden in het perceel van de aangeslotene, te plaatsen.
B3.1.2.3
Het in B3.1.2.2 genoemde recht is niet overdraagbaar.
B3.1.2.4
De meterplaatser mag het in B3.1.2.2 genoemde recht uitoefenen met ingang van de dag die volgt op de dag waarop hij als zodanig in het MP-register, bedoeld in B3.1.4, is ingeschreven.
B3.1.2 5
Een persoon komt voor erkenning als meterplaatser in aanmerking indien:
- a.
aangetoond wordt dat de werkzaamheden die verband houden met het plaatsen van op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichtingen worden uitgevoerd door een voldoende onderricht natuurlijk persoon;
- b.
hij bereid is zich te onderwerpen aan een systeem van steekproefgewijze controle en binnen dit systeem voldoende scoort;
- c.
hij voor de onder B3.1.2.2 genoemde werkzaamheden in het bezit is van een geldig ISO 9001-certificaat, afgegeven door een certificeringsinstelling die daarvoor is geaccrediteerd door de Nederlandse Raad voor de Accreditatie of door een gelijkwaardige buitenlandse accreditatie-instelling;
- d.
hij in staat is te communiceren overeenkomstig hetgeen daaromtrent in 3.3.10 en in 3.4.12 van deze code is bepaald;
- e.
voldaan wordt aan het overigens in of krachtens de Meetcode Elektriciteit en de Meetcode gas RNB en andere dwingende regelgeving bepaalde.
B3.1.2.6
Een natuurlijk persoon die beschikt over een door Stipel uitgegeven geldig persoonscertificaat VOP-meters voor elektriciteit en gas en over een VCA-certificaat wordt geacht voldoende onderricht te zijn voor het uitvoeren van werkzaamheden die verband houden met het plaatsen van op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichtingen.
B3.1.2.7
Het aanvragen van erkenning geschiedt schriftelijk.
B3.1.2.8
Op een aanvraag om erkenning wordt binnen tien werkdagen schriftelijk beslist.
B3.1.2.9
De MP-erkenner kan een voorlopige erkenning verlenen voor de duur van zes maanden. Heeft de aanvrager niet binnen deze zes maanden aan het in artikel B3.1.2.6 gestelde voldaan, dan wordt het verzoek om erkenning alsnog afgewezen.
B3.1.2.10
Een meterplaatser is verplicht de MP-erkenner binnen tien werkdagen alle wijzigingen van gegevens die voor de erkenning van belang zijn, op te geven, daaronder begrepen het niet meer voldoen aan de in B3.1.2.5 genoemde voorwaarden.
B3.1.2.11
Een erkenning geldt behoudens tussentijdse intrekking of beëindiging tot het einde van het desbetreffende kalenderjaar en wordt telkenmale voor de duur van een kalenderjaar verlengd, indien de meterplaatser vóór 1 december daaraan voorafgaand aan de MP-erkenner heeft aangetoond nog steeds aan de in artikel B3.1.25 genoemde eisen te voldoen.
B3.1.3. Het MP-register
B3.1.3.1
De MP-erkenner beheert een register, hierna te noemen het MP-register, waarin de namen, adressen, telefoon- en faxnummers alsmede de gegevens ten behoeve van elektronische gegevensuitwisseling zijn vermeld van de in B3.1.2.1 bedoelde personen.
B3.1.3.2
De MP-erkenner deelt aan de meterplaatser de datum van zijn inschrijving in het MP-register mee.
B3.1.3.3
Een meterplaatser heeft het recht het MP-register in te zien en hem betreffende onjuistheden daarin te doen corrigeren.
B3.1.3.4
Wijzigingen in het MP-register geeft de MP-erkenner onverwijld door aan de netbeheerders en meterplaatsers.
B3.1.3.5
De MP-erkenner publiceert het MP-register op zijn website.
B3.1.4. Einde van erkenning als meterplaatser
B3.1.4.1
De MP-erkenner kan de erkenning van een meterplaatser intrekken indien de meterplaatser niet meer aan alle in B3.1.2.5 genoemde erkenningsvoorwaarden voldoet.
B3.1.4.2
Indien de MP-erkenner voornemens is de erkenning in te trekken doet hij de meterplaatser daarvan een mededeling per brief met ontvangstbevestiging, onder vermelding van de redenen voor intrekking alsmede de ingangsdatum. De MP-erkenner trekt de erkenning niet eerder in dan nadat de meterplaatser een redelijke termijn heeft gekregen om de geconstateerde tekortkomingen te herstellen, tenzij herstel, gelet op de aard van de tekortkoming, naar het oordeel van de MP-erkenner niet mogelijk is of te veel tijd kost.
B3.1.4.3
De MP-erkenner maakt door hem opgelegde intrekkingen zo spoedig mogelijk openbaar op zijn website.
B3.1.4.4
De erkenning wordt, onverminderd het in deze code omtrent intrekking bepaalde, in ieder geval beëindigd op verzoek van de desbetreffende meterplaatser en indien deze heeft opgehouden te bestaan.
B3.2. Erkenningsregeling voor meetverantwoordelijken
B3.2.1. Het uitoefenen van meetverantwoordelijkheid en erkenning als meetverantwoordelijke
B3.2.1.1
Tot het uitoefenen van meetverantwoordelijkheid voor een aansluiting laat TenneT slechts personen toe aan wie hij op de voet van B3.2.1.8 een erkenning als meetverantwoordelijke heeft verleend.
B3.2.1.2
De MV-erkenner kan aan een persoon op aanvraag een erkenning als meetverantwoordelijke verlenen.
B3.2.1.3
De meetverantwoordelijke heeft het recht:
- a.
alle uit de hoofdstukken 4, 5 en 6 van deze code voortvloeiende werkzaamheden voor de eigen aansluitingen uit te oefenen;
- b.
alle uit de hoofdstukken 4, 5 en 6 van deze code voortvloeiende werkzaamheden voor de aansluitingen van derden aan te bieden als dienst.
B3.2.1.4
Desgewenst kan bij de in B3.2.1.2 bedoelde verlening van erkenning onderscheid gemaakt worden tussen erkenning voor verschillende categorieën meetinrichtingen conform het toepassingsgebied van de onder artikel B3.2.1.8 genoemde certificering.
B3.2.1.5
De in B3.2.1.3 genoemde rechten zijn niet overdraagbaar.
B3.2.1.6
De meetverantwoordelijke mag de in B3.2.1.3 genoemde rechten uitoefenen met ingang van de dag die volgt op de dag waarop hij als zodanig in het MV-register, bedoeld in B3.2.3, is ingeschreven.
B3.2.1.7
Een persoon komt voor erkenning in aanmerking indien:
- a.
hij aantoont dat de in B3.2.1.3 genoemde werkzaamheden worden uitgevoerd door een voldoende onderricht natuurlijk persoon;
- b.
hij voor de onder B3.2.1.7 bedoelde werkzaamheden in het bezit is van een geldig ISO 9001-certificaat, afgegeven door een certificeringsinstelling die daarvoor is geaccrediteerd door de Nederlandse Raad voor de Accreditatie of door een gelijkwaardige buitenlandse accreditatie-instelling;
- c.
hij in staat is te communiceren overeenkomstig hetgeen daaromtrent in hoofdstuk 9 van de Informatiecode Elektriciteit en Gas is bepaald;
- d.
hij beschikt over een storingsnummer dat 24 uur per dag bereikbaar is;
- e.
voldaan wordt aan het overigens in of krachtens deze code en andere dwingende regelgeving bepaalde.
B3.2.1.8
Het aanvragen van erkenning geschiedt schriftelijk.
B3.2.1.9
Op een aanvraag om erkenning wordt binnen tien werkdagen schriftelijk beslist.
B3.2.1.10
TenneT kan een voorlopige erkenning verlenen voor de duur van zes maanden. Heeft de aanvrager niet binnen deze zes maanden aan het in artikel B3.2.1.7 gestelde voldaan, dan wordt het verzoek om erkenning alsnog afgewezen.
B3.2.1.11
Een meetverantwoordelijke is verplicht TenneT binnen tien werkdagen alle wijzigingen van gegevens die voor de erkenning van belang zijn, op te geven, daaronder begrepen vernieuwing of wijziging van de onder artikel B3.2.1.7 bedoelde certificering.
B3.2.1.12
Een erkenning geldt behoudens tussentijdse intrekking of beëindiging tot het einde van het desbetreffende kalenderjaar en wordt telkenmale voor de duur van een kalenderjaar verlengd, indien de meetverantwoordelijke vóór 1 december daaraan voorafgaand aan TenneT heeft aangetoond nog steeds aan de in artikel B3.2.1.7 genoemde eisen te voldoen.
B3.2.2. Het MV-register
B3.2.2.1
De TenneT beheert een register, hierna te noemen het MV-register, waarin de namen, adressen, telefoon- en faxnummers alsmede de gegevens ten behoeve van computermatige communicatie zijn vermeld van de in B3.2.1.1 bedoelde personen.
B3.2.2.2
TenneT deelt aan de meetverantwoordelijke de datum van zijn inschrijving in het MV-register mee.
B3.2.2.3
Een meetverantwoordelijke heeft het recht het MV-register in te zien en hem betreffende onjuistheden daarin te doen corrigeren.
B3.2.2.4
Wijzigingen in het MV-register geeft de TenneT onverwijld door aan de regionale netbeheerders en meetverantwoordelijken.
B3.2.2.5
TenneT publiceert het MV-register op zijn website.
B3.2.3. Einde van erkenning als meetverantwoordelijke
B3.2.3.1
TenneT kan de erkenning van een meetverantwoordelijke intrekken indien de meetverantwoordelijke niet meer aan alle in 1.2.8 genoemde erkenningsvoorwaarden voldoet.
B3.2.3.2
Indien TenneT voornemens is de erkenning in te trekken doet hij de meetverantwoordelijke daarvan een mededeling per brief met ontvangstbevestiging, onder vermelding van de redenen voor intrekking alsmede de ingangsdatum. TenneT trekt de erkenning niet eerder in dan nadat de meetverantwoordelijke een redelijke termijn heeft gekregen om de geconstateerde tekortkomingen te herstellen, tenzij herstel, gelet op de aard van de tekortkoming, naar het oordeel van TenneT niet mogelijk is of te veel tijd kost.
B3.2.3.3
TenneT maakt door hem opgelegde intrekkingen zo spoedig mogelijk openbaar.
B3.2.3 4
De erkenning wordt, onverminderd het in deze code omtrent intrekking bepaalde, in ieder geval beëindigd op verzoek van de desbetreffende meetverantwoordelijke en indien deze heeft opgehouden te bestaan.
B3.2.3.5
Indien de erkenning van een meetverantwoordelijke wordt ingetrokken, treedt de vangnetregeling, zoals omschreven in 1.3.5, in werking.
B3.2.4. Geheimhouding
B3.2.4.1
De meetverantwoordelijke verstrekt, behoudens het bepaalde in de Informatiecode Elektriciteit en Gas, geen meetgegevens van aangeslotenen aan derden, anders dan met schriftelijke toestemming van de desbetreffende aangeslotene.