Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/11.6.3
11.6.3 Beslissingsmaatstaf; toepasselijk recht
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS507158:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Opmerking verdient dat de gewone rechter bij een actie tot vernietiging wegens schending van de opdracht op de grond dat het scheidsgerecht ten onrechte als amiable compositeur heeft beslist, slechts zal mogen bezien of het scheidsgerecht de juiste beslissingsmaatstaf heeft aangelegd, doch niet op welke wijze het scheidsgerecht de maatstaf heeft aangelegd (HR 22 december 1978 (Zaunbrecher/Muyzert), NJ 1979, 521, m.nt. P. SANDERS), dit juist omdat de gewone rechter een arbitraal vonnis niet inhoudelijk mag toetsen; die beperking bestaat juist niet als het gaat om de toetsing van de competentie van het scheidsgerecht.
Vgl. voorts G.J. MEDEA & H.A.M. VAN ROESSEL, Enige beschouwingen over goede mannen naar billijkheid, Deel I en Deel II, TvA 2010, blz. 35-43 respectievelijk blz. 75-82.
De gewone rechter die in een geding tot vernietiging moet beslissen of een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt (art. 1065 lid 1 (a) Rv), zal dit volgens het op de overeenkomst tot arbitrage toepasselijk recht doen (zie 7.4). Hij zal niet als amiable compositeur kunnen beslissen. Het scheidsgerecht zal daarom — vooruitlopend op een mogelijk oordeel van de gewone rechter — over zijn competentie beslissen overeenkomstig de regels die de gewone rechter in een geding tot vernietiging zal toepassen, dit ook als partijen zijn overeengekomen dat het als amiable compositeur zal beslissen (zie 11.2.1). Het is uiteraard mogelijk dat het scheidsgerecht toch als amiable compositeur omtrent zijn competentie beslist. Gewoonlijk kan een arbitraal vonnis op grond van art. 1065 lid 1 (c) Rv wegens schending van de opdracht worden vernietigd als het scheidsgerecht niet volgens de juiste beslissingsmaatstaf beslist.1 Mijns inziens zal dit niet mogelijk zijn als het scheidsgerecht als amiable compositeur over zijn competentie beslist, terwijl verdedigd kan worden dat dit — om te voorkomen dat de gewone rechter anders beslist — eigenlijk volgens de regelen des rechts moest geschieden. Voor de toetsing of het scheidsgerecht terecht heeft beslist dat het op grond van een geldige overeenkomst tot arbitrage bevoegd is, kent art. 1065 lid 1 (a) Rv een geheel eigen grond krachtens welke de gewone rechter de beslissing van het scheidsgerecht terzake volledig kan toetsen. Als de gewone rechter uiteindelijk — volgens het op de overeenkomst tot arbitrage toepasselijk recht — tot de conclusie komt dat het scheidsgerecht bevoegd is, bestaat mijns inziens geen belang bij de vernietiging van het arbitraal vonnis op de grond dat het scheidsgerecht bij zijn beslissing omtrent diens competentie de onjuiste beslissingsmaatstaf heeft aangelegd (terwijl het wel terecht heeft beslist dat het bevoegd is en zijn beslissing op dit punt ook genoegzaam met redenen heeft omkleed).2 Indien het scheidsgerecht — als amiable compositeur — ten onrechte heeft beslist dat een geldige overeenkomst tot arbitrage bestaat en dat het daarom bevoegd is, zal de gewone rechter het arbitraal vonnis kunnen vernietigen op de grond dat een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt. Ook thans zie ik geen aanleiding tot vernietiging van het arbitraal vonnis wegens schending van de opdracht op de grond dat het scheidsgerecht de onjuiste beslissingsmaatstaf heeft aangelegd.3