VR 2014/3
Bewijs van roekeloosheid. Rechter zal zodanige feiten en omstandigheden moeten vaststellen dat daaruit is af te leiden dat door de buitengewoon onvoorzichtige gedraging van de verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen, alsmede dat de verdachte zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn.
HR 15-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:959 (De roekeloze automobilist)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 oktober 2013
- Magistraten
mrs. Van Dorst, De Hullu, Groos, Buruma, Van den Brink
- Zaaknummer
12/00885
- Conclusie
A-G Vellinga
- Roepnaam
De roekeloze automobilist
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Verkeersrecht / Inrichting wegverkeer
Verkeersrecht / Kentekens en kentekenbewijzen
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
Verkeersrecht / Verkeerstekens en verkeersmaatregelen
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Verkeersrecht (V)
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Verkeersrecht / Algemeen
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:959, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑10‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:969, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑12‑2012
- Wetingang
Essentie
Bewijs van roekeloosheid. Rechter zal zodanige feiten en omstandigheden moeten vaststellen dat daaruit is af te leiden dat door de buitengewoon onvoorzichtige gedraging van de verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen, alsmede dat de verdachte zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn.
Samenvatting
Ingevolge bestendige rechtspraak kan in cassatie slechts worden onderzocht of de schuld aan een verkeersongeval in de zin van art. 6 WVW 1994 uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid. Daarbij komt het aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.