Verdrag tussen de Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de beveiliging van gegevens
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 16-08-1998
- Bronpublicatie:
06-03-1997, Trb. 1998, 256 (uitgifte: 12-11-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-08-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-1999, Trb. 1999, 54 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
1.
De Partijen dragen er zorg voor dat alle personen die de nationaliteit van hun respectieve landen bezitten en die voor de uitoefening van hun officiële werkzaamheden toegang hebben of moeten hebben tot gegevens die zijn gerubriceerd als CONFIDENTIEEL of hoger, vóór de uitvoering van hun werkzaamheden naar behoren zijn onderworpen aan een veiligheidsonderzoek.
2.
Veiligheidsonderzoeken moeten zodanig zijn opgezet dat aan de hand hiervan kan worden vastgesteld of een persoon, rekening houdend met zijn of haar loyaliteit en betrouwbaarheid, toegang tot gerubriceerde gegevens kan hebben zonder een onacceptabel veiligheidsrisico te vormen.
3.
Op verzoek werkt elk der Partijen samen met de andere Partijen bij de uitvoering van hun respectieve veiligheidsonderzoeken.